Tijdens mijn jaarlijkse bezoek aan Nederland, probeer ik altijd een stuk van Zeeland mee te pakken. Het is een prachtige provincie en er zitten altijd volop vogels en zoogdieren, zoals hazen en konijnen en tegenwoordig gelukkig ook weer veel zeehonden (Phocidae).
Camperplaats
Komende vanuit Frankrijk en via Gent overnachte ik op de camperplaats in hartje Hulst, er stonden voornamelijk Belgische camperaars. In Zeeland zie je zo wie zo altijd veel Belgen, zoals je omgekeerd veel Nederlanders ziet in Antwerpen.
Het verdronken Land van Saeftinghe
De volgende morgen eerst naar het verdronken Land van Saeftinghe. Wat niet voor niets zo heet, in de late middeleeuwen was het een gebied van welvarende polders. Door stormvloeden gingen in de 14e en de 16e eeuw grote stukken van het ingepolderde land verloren. In de 80-jarige oorlog werden ter verdediging van Antwerpen bovendien opzettelijk dijken doorgestoken, zodat het gebied met recht een verdronken land genoemd kon worden.
Hazen (Lepus europaeus)
Toen ik op de terugweg langs Kloosterzande kwam zag ik een stel hazen (Lepus europaeus), in een weiland zitten.
Altijd leuk voor iemand die in Spanje woont want aan de Costa-Blanca zie je ze niet. Ik parkeerde mijn camper aan de rand van de weg, plaatste de gecamoufleerde rijstzak in het raam met daarop mijn camera met telelens.
Schieten maar!
De haasjes lieten zich verschalken en ik kon een hele reeks foto’s maken. Niet wetende dat ik zelf het haasje zou zijn.
Tevreden vervolgde ik, langs een smal dijkweggetje, mijn weg richting Terneuzen. Waar ik een leuk watertje weet met veel watervogels, waarna ik de tunnel richting Middelburg kon pakken om dan via Schouwen-Duiveland, Goeree-Overflakkee en het pontje bij Maassluis zo in het Westland uit te komen.
De man op de scooter
Maar op dat smalle dijkweggetje raasde mij ineens, een door de berm rijdende scooter, voorbij. En daar bleef het niet bij, de bestuurder stopte zijn vehikel vlak voor mijn camper en brabbelde iets onverstaanbaars. Nu ben ik redelijk bekend met de verschillende Zeeuwse dialecten maar hier kon ik, mede door het motorgeluid, geen touw aan vast knopen. Ik verstond iets van” ziener” en dacht even dat ik met een mannelijke Jomanda te doen had, die me een fles ingestraald water probeerde te slijten. Daar had ik geen trek in en het hele gebeuren stond mij niet aan, een man met een scootertje op een stil dijkweggetje. Oké, de man had dan wel een helm op en geen capuchon zoals veel huidige boefjes, maar met een ruk aan mijn stuur en onder luid getoeter kon ik hem gelukkig omzeilen. Rare kneiter dacht ik bij mezelf en vervolgde mijn weg. Maar in mijn zijspiegels zag ik dat de man mij op afstand bleef volgen en zich zo nu en dan verschool zodat ik hem niet kon zien. Toen ik later stil hield om een stel ganzen te bekijken stond de man ineens weer naast mijn camper, riep dat hij jachtopziener was, dat ik uit de camper had geschoten en dat hij in mijn camper wou kijken, dit alles zonder zich te legitimeren. Door slechte ervaringen iets wijzer geworden, zei ik hem dat daar geen sprake van kon zijn en dat hij de politie maar moest bellen. Dat had hij al gedaan zei hij, nu moet ik eerlijk bekennen dat ik de man niet helemaal serieus nam want er zijn genoeg figuren die het verkeer regelen zonder verkeersagent te zijn en ik vervolgde mijn weg. Toen ik hem een eind verder weer verdekt opgesteld zag staan, vroeg ik hem waar de politie bleef. Ik ga straks de tunnel bij Terneuzen in en midden in de tunnel iemand aanhouden lijkt me niet erg praktisch, zei ik tegen hem. Hij reageerde zwakjes maar een eind verder zag ik hem toch weer opdoemen rijdend achter een politieauto die me met lichtsignalen tot stoppen dwong.
Als u een wapen heeft vorderen we het nu in, sprak de agent.
Die, samen met een vrouwelijke collega ongewapend uit het voertuig stapte. Ze bleken duidelijk nog niet terroristproef te zijn want wat als ik wel een wapen zou hebben en minder goede bedoelingen? Het duurde natuurlijk niet lang tot zij door hadden dat het wapen een telelens was en ik wel geïnteresseerd was in hazen maar niet om in te vriezen. Ik moet eerlijk zeggen dat het optreden van de agenten vriendelijk en voorkomend was maar toch hield ik er een raar gevoel aan over. Een camper met een buitenlands nummerbord en een telelens uit het raam is schijnbaar genoeg om de politie te laten uitrukken. Gelukkig zag ik wat verder in deze mooie provincie konijntjes huppelen. Na eerst rond gekeken te hebben of er geen mannetje achter een boom stond, heb ik er toch maar wat foto’s van gemaakt.