De meeste traditionele flamenco teksten gaan over de liefde (onbeantwoord), brood (te weinig) en de zon (teveel en te warm). Maar afgelopen week was er gelukkig aan de Costa-Blanca eens een dagje zonder die koperen ploert. Ideaal om te gaan fotograferen en ik besloot weer eens bij de Río Jalón te gaan kijken. Het eerste wat me opviel is dat de nieuwe aarden dam door de rivier al behoorlijk is aangetast en vrijwel zeker voor het einde van de komende winter is weggespoeld.
En ondanks dat er nu nog nauwelijks water in de Río Jalón staat en het beetje water wat er nog staat vervuild is, zitten er toch behoorlijk wat vogels (voornamelijk jonge exemplaren). Voor de eerste keer zag ik er zelfs een IJsvogel (Alcedo atthis) rondvliegen en Grote keizerlibellen (Anax imperator) waren bezig om hun eieren af te zetten in het water.
Op de lange rietstengels zitten jonge Boerenzwaluwen (Hirundo rustica) die als een oudervogel overvliegt hun bekjes wijd opensperen, bedelend om voedsel. Ze eten muggen, motten, vliegen en kevertjes die ze al vliegend met hun brede snavel uit de lucht vangen. Water drinken doen ze ook tijdens de vlucht door laag over het water te scheren en dan het water met hun bek op te scheppen.
Ook zijn de jonge zwaluwen zich - vanaf de rietstengels – aan het bekwamen in het vliegen. Dat is van levensbelang want vanaf september trekken ze weg naar het Afrika beneden de Sahara. Slechts een klein aantal vogels overwinteren in Zuid-Spanje. De Boerenzwaluw is één van de weinige trekvogels die dwars over de Sahara vliegt, een serieuze test van fitheid en uithoudingsvermogen. In maart komen ze terug in Spanje en vanaf april zijn ze ook weer in België en Nederland te zien.
In Zuid-Europa leggen Boerenzwaluwen meer eieren en brengen ze meer legsels groot dan in Noord-Europa. De Boerenzwaluw komt voor in elk werelddeel met uitzondering van Antarctica. De Boerenzwaluwen die vanuit Noorwegen naar Zuid-Afrika trekken leggen maar liefst een afstand af van 9.600 kilometer. 2.011 is in Nederland het jaar van de Boerenzwaluw.
Op de omliggende velden bij de rivier zag ik ook een heel stel putters (Carduelis carduelis) – jong en oud door elkaar – zoals je op de foto kunt zien doen ze hun andere naam van distelvink alle eer aan. De zaden van de distels vormen een groot gedeelte van hun voedsel.
Heerlijk zo’n dagje zonder zon! Maar helaas van korte duur want vandaag werd het 35 graden.