Begin februari hadden we aan de Costa Blanca de paddentrek. Later dan normaal maar dat kwam mede doordat het deze winter laat begon te regenen en de padden (Bufo bufo) hebben de juiste combinatie van temperatuur en luchtvochtigheid nodig om zich te verplaatsen.
In het zuiden van Europa komt de ondersoort Bufo bufo spinosus voor, waarvan de mannetjes tot 10 cm lang worden en de vrouwtjes een lengte van 15 cm kunnen bereiken. Hiermee is de gewone pad de grootste kikker in Europa. De padden trekken van de plek waar ze overwinteren naar een plaats waar ze met elkaar kunnen paren. Dat kan een sloot, een ven of een vijver zijn. In ieder geval stilstaand water, liefst waar ze zelf geboren zijn. Zo gauw het paren is afgelopen trekken de padden weer van de paarplaats weg.
Van de vijver in mijn tuin maken ze al jaren gebruik als paarplaats, het ene jaar zijn het er veel en het andere jaar zie je er maar een paar. Dit jaar waren er erg veel, waarschijnlijk kwam dat door de huidige droogte in onze streek. In de vijver staat natuurlijk altijd water en poeltjes met regenwater waren deze winter in de vrije natuur nauwelijks of te laat voorhanden.
De hitsige mannetjespadden grijpen een vrouwtje en houden haar met man en macht vast. Met geen mogelijkheid is de pad van zijn ‘slachtoffer’ af te krijgen. Totdat de vrouwtjespad zich in de aanwezigheid van andere potentiële partners begint op te blazen. De man op haar rug verliest langzaam zijn grip en kan er nu makkelijk door omstanders ‘afgetrapt’ worden. Het is een ware paddenrodeo: om de beurt klimmen de padden op de rug van het vrouwtje, om er even later weer afgegooid te worden. De sterkste mannetjespad wint en mag de eitjes van het vrouwtje bevruchten.
Mannetjespadden bespringen zo ongeveer alles: schoenen, handen, en dus ook dooie vrouwtjespadden.
Ik wilde nog wat foto’s maken van het resultaat, de honderden paddenvisjes, maar juist vandaag regent en stormt het en is de vijver te donker om er foto’s van te maken.