Pagina's

zaterdag 28 mei 2011

Door het oog van de naald

We hebben een hal in een dorpje vlak bij Benissa. Toen we gisteren thuis aan de koffie zaten kregen we een telefoontje van de buurvrouw uit dat dorpje, of we onmiddellijk wilden komen want er was brand op het terrein naast het onze.


Toen we arriveerden had het vuur al de houten balken van de aanbouw op ons terrein aangetast en er stond een stapel pallets te branden. Die aanbouw staat vol met oude meubelen dus we zaten behoorlijk in onze rats. Temeer daar het meer dan een uur duurde voordat de brandweer arriveerde. Ze moesten helemaal uit de Vall de Gallinera komen een afstand van ca. 50 kilometer over grotendeels smalle wegen.  Toen ze eenmaal aan het blussen waren was na enige tijd het bluswater op – ze hadden in de Vall de Gallinera  ook al moeten blussen - en moesten ze water gaan tanken in Benissa. Onderwijl hebben we met tuinslangen de boel natgehouden maar dat viel niet mee want precies onder de brandhaard liep de waterleiding en die was na verloop van tijd lek gesmolten, zodat we haast geen druk meer op de slangen hadden.



Ik heb geen foto’s van de brand kunnen maken, want daar stond mijn hoofd even niet naar. Maar na afloop heb ik met trillende handen nog wat foto’s gemaakt van het nablussen, onderwijl het opperwezen dankend dat het zo goed is afgelopen.

zondag 22 mei 2011

Van de Costa Blanca naar Nederland II - Teruel

We vervolgen onze weg door de provincie Teruel op weg naar Nederland. In april ligt er vaak nog sneeuw in delen van de provincie, terwijl onderwijl het graan al opkomt.


De provincie Teruel heeft een droog klimaat, er komen temperatuurschommelingen voor tot 20 graden in enkele uren tijd. In de stad Teruel kunnen de temperaturen variëren van +40ºC tot -20ºC.

Niets voor niets noemen Spanjaarden de provincie het Siberië van Spanje. Er bevinden zich in de provincie Teruel twee skicentra, Javalambre en Valdelinares, op iets meer dan een uur rijden van het centrum van de stad Valencia.

Hetzelfde onderwerp ziet er in de zomer natuurlijk heel anders uit dan in de winter. Het mooie van het binnenland van Spanje is dat je echt de seizoenen ziet, Iets wat je aan de Costa’s, met hun milde klimaat, vaak moet ontberen.


Behalve de extreme temperaturen is de provincie ook dun bevolkt. De bevolkingsdichtheid bedraagt ca.10 inwoners per vierkante kilometer. In Nederland is dat circa 40 maal zoveel. 25% van de bevolking van de provincie Teruel woont in de hoofdstad.


De provincie Teruel is nog vrij authentiek en traditioneel. De helft van de 236 gemeenten van de provincie bestaat uit dorpen en gehuchten van minder dan 200 inwoners.


Die inwoners zijn, in die kleine dorpen, vaak familie van elkaar en ze zijn overwegend van middelbare leeftijd of ouder. De jeugd trekt meestal weg naar de grote steden of de kust. Hoewel je nu ook in de meest afgelegen gehuchten wel jonge immigranten ziet uit Noord-Afrika en het voormalige Oostblok. En -of course- de gepensioneerde Engelsman, maar die kom je werkelijk overal in Spanje tegen. 


Het geloof heeft eeuwenlang een rol gespeeld en doet dat voor de ouderen nog steeds. Het is soms ontroerend om te zien welke prachtige kerkjes zulke kleine gemeenschappen hebben. 


Hoewel het onderhoud van al die kerkgebouwen wel een probleem begint te worden. De hertelwerkzaamheden bestaan meestal uit een noodoplossing om het gebouw voor instorten te behoeden en vaak zijn deze werkzaamheden -door geldgebrek- van slechte kwaliteit of architectonisch niet juist.


In de provincie Teruel vind je ook nog de typische Spaanse symbolen zoals de molens van Don Quijote.


En oude kastelen bovenop een berg, gemaakt van uitgehakte stenen uit diezelfde berg. Zodat er vrijwel geen kleurverschil is met het bouwwerk en de rotsen.


Een roofvogel die je er in de zomer veel ziet op de daken van ruines is de Zwarte wouw (Milvus migrans) .


Deze vogel foerageert vaak op vuilnisbelten maar ook langs stuwmeren, waar hij probeert om een visje te verschalken. Meestal zijn dat gewonde vissen of dode exemplaren langs de oevers. In herfst trekt de Zwarte wouw naar Afrika,  je ziet dan alleen nog de Rode wouw (Milvus milvus) over het landschap vliegen. Een landschap dat afhankelijk van de seizoenen zijn kleuren aanneemt.


 


Ondertussen zijn we dit prachtige landschap haast uit en zijn we ongemerkt bij de provincie Zaragoza aangekomen.


 (Wordt Vervolgd)

woensdag 18 mei 2011

Cruiseschip


Werd er van de week een cruiseschip, dat met motorpech op de Oostzee dreef, naar een haven in Zweden gesleept. Op de Middellandse zee, voor de kust van de Costa-Blanca, komen ze zonder sleepboot voorbij. 

woensdag 11 mei 2011

Van de Costa Blanca naar Nederland I – Alicante, Valencia, Castellón, Teruel

Calpe met het symbool van de Costa-Blanca de “Peñon de Ifach”

Als ik er aan denk dat ik vroeger vrijwel maandelijks, in één ruk, van Nederland naar de Costa-Blanca reed en terug naar Nederland hetzelfde deed. Ik heel trots was op mijn reistijd record van 19 uur en een beetje, verklaar ik mezelf nu als volkomen geschift. Oké, het verkeer was toen nog niet zo druk als nu en ook de snelheidscontroles waren minimaal maar toch. Ik reed toen altijd via Luxemburg naar de Costa-Blanca v.v., en maakte gebruik van de tolwegen in Frankrijk en Spanje.
Het eerste Valenciaanse gewest wat je passeert op weg naar het noorden is de “Safor”


Tegenwoordig vermijd ik tolwegen en kost het me al moeite om 400 kilometer per dag te halen, maar ik moet er wel bij vertellen dat ik veel omrij en de teller op het einde van de dag geen 400 maar 600 kilometer aangeeft terwijl ik toch maar 400 kilometer ben opgeschoten. Een beetje zoals een hond die 2 keer zoveel loopt over dezelfde afstand als zijn baas. En ik probeer zoveel mogelijk de grote steden te vermijden, iets wat helaas niet altijd lukt.
Zuidelijk van Valencia ligt het natuurpark “L’Albufera”

Vanaf de Costa-Blanca kun je vrijwel niet om de stad Valencia heen, hoewel je er via de vrij drukke rondweg wel in een grote boog omheen rijdt, merk je uiteraard de aanwezigheid van de op twee na grootste stad van Spanje. In de agglomeratie van de stad wonen ongeveer twee miljoen mensen. Dat is haast twee keer zoveel als die van de agglomeratie van Amsterdam.


Bij Sagunto rijd ik de autovía de Mudéjar op, deze autovía brengt je, via Teruel, Zaragoza en Huesca naar de voet van de Pyreneeën. Het duurt niet lang voordat ik de eerste dorpjes van de provincie Castellón passeer. Het verschil met de kust en de stad Valencia is al duidelijk te merken
Een klein uurtje later zie ik links van mij de stad Teruel liggen. Behalve dat het daar in de winter behoorlijk koud kan zijn, is de stad bekend van het praalgraf van de twee middeleeuwse geliefden Diego Marcilla en Isabel Seguras. Beiden stierven van smart en liefdesverdriet nadat Isabel gedwongen werd om met een ander te trouwen. In 1555 werden de twee mummies van beide lichamen gevonden in de kapel San Cosme en San Damián, tevens vond men een document waarin het verhaal stond van wat er gebeurd was met de twee geliefden.
De mummies van beide geliefden zijn nu te bewonderen in een nieuw gebouwde kapel waarbij het mausoleum gevormd wordt door twee liggende beelden van de twee Amantes met daaronder de mummies.
Hun trieste verhaal is hoogstwaarschijnlijk de inspiratiebron is geweest voor Shakespeare's Romeo en Julia.


(Wordt Vervolgd)