Collectie: Real Academia de Bellas Artes de San Fernando,
Madrid
Als je in Aragón
van Belchite naar Cariñena
rijdt kom je langs het - minder dan 200
inwoners tellende - dorpje Fuendetodos. De weg is hier niet al te breed, de omgeving
is bergachtig en het landschap is op enkele boompjes na kaal. Een windmolenpark,
elektriciteitsmasten en andere installaties van de elektriciteitsmaatschappij Iberdrola ontsieren de horizon. Jammer, want het kleine - op 750 meter hoogte
gelegen - plaatsje is op zich niet onaardig.
De naam van dit dorp
is te danken aan een
oude bron, de Fuente Vieja (de bron van alle). In de veertiende eeuw was het
dorp familie-eigendom van Fernandez de Heredia, bekend als de graaf van
Fuentes. De bevolking is van oudsher gericht op landbouw en de veeteelt van
schapen en geiten. Ook waren er in de directe omgeving eeuwenlang steengroeven
in gebruik.
Maar de ruim 20.000
toeristen die het dorp
jaarlijks bezoeken, komen voornamelijk voor de sporen uit het verleden van de
beroemde Spaanse schilder “Francisco Goya”. Hij werd op 30 maart 1746 in Fuendetodos
geboren en is met stip de grootste zoon van het plaatsje.
Het hele gebied
is uitgeroepen tot “Territorio
Goyesco”. Broodjes, worstjes en menu’s dragen de naam van de artiest. Middelpunt
is het geboortehuis van de schilder, thans een museum.
Francisco Goya werd dan wel geboren
in Fuendetodos, hij groeide op in Zaragoza en werd op 13-jarige leeftijd
leerling van een kunstenaar, José Luzán, een vriend van zijn vader. Goya trouwde in 1773 met Josefa Bayeu, de zus van Francisco Bayeu, die
inmiddels zijn leermeester was geworden.
Francisco Goya
was vooral portretschilder van de Spaanse Koninklijke familie. Zo was hij hofschilder van Karel IV van Spanje en schilderde hij ook Ferdinand VII van Spanje. De Spaanse Inquisitie was in die tijd machtig en bemoeide zich ook met Goya's werk. Goya maakte naast de schilderijen van hoge geestelijken ook etsen die hij in grote oplagen drukte en die verhandeld werden in vele steden, ook buiten Spanje. Onder andere in zijn serie etsen Los Caprichos liet hij zijn afschuw zien voor de corrupte heerschappij van met name de kerk, waar hij niettemin veel voor werkte. Nadat het leger van Napoleon Spanje bezette, trok hij zich terug in de Quinta del Sordo (De villa van de dove).
Het geboortehuis van Goya
Ook de bloedige Napoleontische
invasie
vanaf 1808 heeft zijn
sporen nagelaten in de werken van Goya: van 1810-1814 maakte hij een serie
etsen, Los desastres de la guerra (De gruwelen van de oorlog), waarin hij de
gruwelen weergaf die aan beide kanten werden begaan. Na het vertrek van de
Fransen, die tevergeefs hadden getracht de verworvenheden van hun revolutie te
exporteren, kwam het repressieve Spaanse Koninklijke regime weer terug. Hij
keerde zich daarvan af, ging in Frankrijk in vrijwillige ballingschap en stierf
uiteindelijk op 16 april 1828 in Bordeaux.
In 1901
werd zijn stoffelijk
overschot naar Spanje overgebracht en in 1919 bijgezet in de Ermita de San
Antonio de la Florida in Madrid.
Collectie: Museo del Prado, Madrid
Los
fusilamientos del tres de mayo
De felle
burgeropstand in mei 1808 in Madrid werd op doek vastgelegd door Francisco
Goya. Goya hoopte dat de Fransen vrijheid zouden brengen en schilderde in 1814
uit teleurstelling het schilderij “Los fusilamientos del tres de mayo”. Het was
een aanklacht tegen deze mensonterende gebeurtenis.
Fuendetodos
had vanaf de achttiende-eeuw
een ijsindustrie, bestaande uit 22 neverones. Stenen constructies waarin sneeuw
werd opgeslagen om het in de zomer als koelijs op de markt in Zaragoza te
verkopen. De overblijfselen vind je nog rondom het dorp, slechts één Nevero is vrijwel
intact gebleven de “Culroya”.
Bron: Wikipedia
Bron: Wikipedia
Prachtig Wout, ik heb weer genoten van je foto's en verhaal.
BeantwoordenVerwijderenLidy
Mooi gedocumenteerd Wout. En je foto´s zijn als schilderijen. Dank en proficiat!!!!
BeantwoordenVerwijderenEen hele mooie serie met prachtige schilderijen wat een kunst lieve groetjes Danielle
BeantwoordenVerwijderen