Garranos zijn kleine, bruine
paarden, ze stammen af van een oud ras en zijn te zien op diverse grottekeningen
uit de prehistorie. De Garrano komt
vooral voor in de Portugeese regio's Minho, Trás-os-Montes en Alto-Douro. Ze behoren
tot een familie waarvan ook de Asturcon
- een paardenras afkomstig uit Asturië in Spanje - , de Pottok – een paardenras uit Baskenland
in Spanje en Frankrijk -, de Dartmoor –
afkomstig uit Devon in Groot-Brittannië -, de Exmoor pony - afkomstig uit Exmoor in Groot-Brittannië, de Welsh pony - afkomstig is uit
Wales in Groot-Brittannië, de Connemara -
een paardenras uit Ierland -, de Highland pony – een paardenras uit Schotland
en de Shetlander – een paardenras
van de Shetlandeilanden in Schotland - deel uitmaken.
De
naam Garrano heeft een Indo-Europese achtergrond. “Gher” betekent kort of klein
en is het oude woord voor “Gerran”, wat paard betekent in het Keltisch. In
Engeland wordt het woord “Pony” gebruikt, in Ierland zeggen ze “Gearon”, in
Schotland “Garron” en in Portugal “Garrano".
De Garranos zijn gekruist
met het kleine paard van de Kelten en geëvolueerd naar het Keltische type van
vandaag: met een recht of concaaf hoofd. Klein met zijn gemiddelde hoogte van
één meter dertig, maar sterk en goed uitgerust voor het leven in de vochtige,
koude omgeving van de Noord-Portugese bergen. Ze zijn het rijdier geweest voor
priesters, edelen, boeren en krijgers en vervoerde zware lasten zonder uit te glijden of te vallen
van de steile en gladde rotsen. Ze zijn waakzaam, hebben formidabele gangen, het
geduld van een ezel en de kracht van een muildier.
De
omgeving waarin de Garranos leven is heel speciaal. In de Gerês groeien nog
steeds enorme varens - tot twee meter
hoogte -, dezelfde die gevonden zijn als fossielen uit de ijstijd. De Garrano
is niet alleen geselecteerd door mensen maar mede gevormd door zijn
leefomgeving door de eeuwen heen. Ze worden nog steeds belaagd door wolven in
hun leefgebied in het noorden van Portugal, tegen de Spaanse grens.
Om aan de wolven te
ontsnappen leven de paarden in kuddes van negen tot twintig merries en een
hengst. De slachtoffers zijn meestal veulens. Maar oude of gewonde dieren
kunnen hier ook niet overleven, want het is nodig om per dag grote afstanden af te
leggen, om aan water en voedsel te komen. Verder is de vruchtbaarheid van de kuddes laag,
minder dan 50%. Dit is gedeeltelijk te wijten aan het grote aantal merries per
kudde met maar 1 hengst.
In de winter leven de
paarden gewoonlijk in de lagere delen van de regio maar in de zomer gaan ze de
bergen in, grote afstanden afleggend om water en voedsel te zoeken. Als ze
aangevallen worden door wolven gaan de volwassen dieren in een kring staan met
hun achterkant naar buiten om zo de veulens te beschermen. Het is nog niet
eenvoudig foto’s te maken van deze paardjes, omdat hun instinct hen vertelt niet in moeilijkheden te raken, wat betekent dat ze bij wolven en mensen uit de
buurt moeten blijven.
Deze in het wild levende
dieren zijn over het algemeen geen mensen gewend en je kunt ze dus niet even pakken
en een halster om doen. Ze zullen zichzelf en hun veulens fel verdedigen, maar
als ze gevangen en getraind worden zijn ze gedwee en meegaand. Ze zijn zeer
geschikt als rijpaard en voor de mensport. Ze zijn dapper en geduldig, het zijn
harde werkers en uitstekende huisdieren. Naast de Garranos die leven in het
noorden van Portugal – voornamelijk in het Nationale Park van Peneda-Gerês –
zijn er kleine aantallen in Frankrijk, Oostenrijk en Nederland. Alle geboren veulens
ondergaan een DNA-test om er zeker van te zijn dat ze tot dit ras behoren
voordat ze in het stamboek worden opgenomen.
Parque Nacional da
Peneda-Gerês
In
het uiterste noordwesten van Portugal, tussen de Alto-Minho en Trás-os-Montes,
vormen de gebergten Serra da Peneda en Serra do Gerês samen een uniek beschermd
gebied, dat erkend is als Nationaal Park.
Het is een aparte wereld waarbij de menselijke activiteiten harmonieus met
de natuur samenvloeien en eeuwenoude waarden en tradities behouden zijn gebleven.
Het landschap is adembenemend mooi en misschien ziet u wel een ree (symbool van
het park) of zijn jager, de Iberische wolf. Vaker te observeren zijn de “Garranos”,
kleine wilde paarden die los lopen door de bergen. Waarschijnlijk zult u hier
ook runderen tegenkomen van het ras “Barrosã” en honden van het ras “Castro
Laboreiro”, met een donkere vacht, die over de kuddes schapen waken die met het
ritme van de jaargetijden verplaatst worden tussen de zomer- en winterweiden.
Geschiedenis:
In 1948 telde men nog
ongeveer 40.000 Garranos, die voorkwamen in het noorden en centrum van Portugal.
Maar doordat mensen wegtrokken uit de afgelegen gebieden en door mechanisatie
van landbouw en het kruisen met buitenlandse rassen is hun aantal drastisch
gedaald naar net over de duizend dieren. Waarna ze in 1994 op de international
lijst van bedreigde rassen is gekomen…. Om te voorkomen dat het ras totaal zou
verdwijnen was er een jaar eerder al een stichting opgericht die onder de Nationale
Portugese stoeterijdienst valt en is men een stamboek begonnen. Hoewel het ras
dus oeroud is, is het stamboek nog vrij jong.
In 1993 is men begonnen met
alle paardjes die aan de rasstandaard voldeden, d.w.z.: bruin, niet groter dan
1.35m, met een recht of concaaf (hol) profiel en ouder waren dan drie of vier
jaar (respectievelijk merries en hengsten) gaan brandmerken en inschrijven in
het zoölogisch boek. Hun DNA is opgeslagen om ouderschap terug te kunnen
voeren. In dat boek staan dus de dieren waarvan de ouders onbekend zijn.
Vandaar uit kon men beginnen
met het veulenboek, waarin de veulens die geboren waren en na DNA check van
ouders uit het zoölogisch boek bleken en het stamboek voor fokdieren. Dat zijn
weer pony’s uit het veulenboek die na hun derde goedgekeurd werden voor de fok.
Ze moeten dan voldoen aan de rasstandaard en mogen geen erfelijke fouten hebben
en bij keuring meer dan 72 of 65 punten halen (respectievelijk hengsten en
merries). Bij veulens wordt altijd bloed afgenomen om het DNA te checken.
Uiteraard komen nu in het veulenboek ook veulens uit dieren die in het gewone
stamboek staan.
Omdat de pony’s los in de
bergen lopen is het belangrijk om te weten in welk jaar ze geboren zijn en ze
later te herkennen als van welke ouders. Ze krijgen een jaarletter en nummer op
de rechterschouder.
Er bestaat inmiddels een
groot bestand van ingeschreven pony’s, maar niet alle ingeschreven pony’s
worden ter keuring aangeboden voor het stamboek. Daarnaast bestaan er pony’s
uit Garrano ouders die nog niet gekeurd waren voor het stamboek. Deze mogen
niet worden ingeschreven. Pony’s met teveel wit worden niet geregistreerd.
Daarnaast zijn er een groot aantal Garranoachtige pony’s die de raskenmerken
hebben en daarom Garrano genoemd worden, maar niet ingeschreven staan. Het
stamboek telt dus niet zoveel pony’s als dat er Garranos zijn.
De Garrano wordt nog steeds
met uitsterven bedreigd. Van de in het wild geboren veulens, overleeft een
groot deel de eerste paar jaar niet doordat ze leven in een gebied met een
natuurlijk vijand, de Iberische wolf en er vaak bosbranden woeden. Deze laatste
zijn niet alleen direct een gevaar, maar nemen ook het voedsel weg, waardoor er
alsnog aan honger overleden wordt als de eigenaren niet bijvoeren. En daarvoor moeten ze eerst de gevluchte pony’s vinden, wat niet altijd lukt.
Sommige van de in het wild levende
pony’s hebben eigenaren die niet altijd het beste met de paardjes voorhebben.
Het fokken is namelijk gesubsidieerd en bij verlies van dieren wordt een
vergoeding gegeven door de staat. Het fokken gebeurt dus niet alleen uit belang
tot behoud van het ras. Daarbij worden ze soms neergeschoten door boeren die
hun oogsten bedreigd zien en zijn er de gewetenlozen die ze voor de lol
neerknallen. Ook worden er heel wat dieren aangereden als de kuddes in galop de
weg oversteken. Per jaar gaat ongeveer een kwart van de in het wild levende pony’s
verloren.
De
Garrano is in 2009 uitgeroepen tot Portugees nationaal erfgoed.