Vorige week naar Castilla la
Mancha, het land van Don Quichotte, geweest. Dat was geen onverdeeld genoegen.
Op een gegeven moment begon ik me zelfs een beetje een Don Quichotte te voelen.
Niet vechtend tegen windmolens maar tegen de storm die over de Spaanse hoogvlakte
raast en die kou, regen en natte sneeuw meevoert. De meeste dagen is het grijs
en had ik net zo goed zwart wit foto’s kunnen maken, kleuren zijn verdwenen uit
het landschap. Het doet me denken aan vroeger als je buiten wilde spelen maar
door de regen verplicht opgesloten zat op je kamertje, kijkend naar de
regendruppels die van het raam af sijpelden. Nu zie ik de regen tegen de ruiten
van mijn campertje slaan, die hevig staat te schudden in de wind. Geen mens te
bekennen, geen boer op het land.
In nationaal park
“Cabañeros” – gelegen in de provincies Ciudad Real en Toledo - is het even
droog maar komt de volgende bui er al weer aanzetten. Ik ben hier heen gegaan om
monniksgieren te fotograferen, maar een buizerd en een torenvalk zijn de enige
roofvogels die ik zie. Zonde!, want behalve monniksgieren kun je hier de
keizersarend, de zeldzame pardellynx en de otter tegenkomen. Alleen nu even
niet, niets maar dan ook niets laat zich zien in de lucht of op de grond.
Behalve een stel ooievaars die staan te kleumen op een kerktoren.
De eerste plek waar ik heen rijd is de reserva natural de la “Laguna Del Hito” De lagune is gelegen in de
provincie Cuenca en valt onder de gemeente El Hito en Montalbo. Het water van
de lagune is zout en trekt in de winter diverse eendensoorten, steltlopers en
duizenden meerkoeten. In de omgeving zitten ook veel steppevogels. In de winter
verblijven er honderden kraanvogels die op de omringende akkers foerageren, ook
zijn er veel ooievaars te vinden. Landschappelijk is voor mij de directe
omgeving niet zo fraai en je kunt na de regenval niet dicht bij de lagune
komen. Het is een beschermd gebied maar dat belet de gemeente Montalbo niet om
er vlakbij vuil te storten. Of het door het weer komt, ik weet het niet maar ik
word er ondanks de honderden kraanvogels een beetje depri van. Verder dus maar
naar de in de provincie Ciudad Real gelegen plaats Pedro Muñoz.
Rond de plaats Pedro Muñoz
liggen een heel stel lagunes, waarvan de laguna de Manjavacas – compleet met
kijkhutten - de belangrijkste is. De lagune valt onder de gemeente Mota del
Cuervo – gelegen in de provincie Cuenca - en is van groot belang voor
watervogels en steppevogels. De lagune ligt op 670 meter boven de zeespiegel en
is circa 230 hectaren groot. In het water zit 10 tot 34 gram zout per liter,
afhankelijk van het seizoen. De temperatuur van de omgeving gaat van 14 graden onder
nul in de winter tot boven de 40 graden in de zomer. In de lagune zit een kolonie
flamingo’s en veel soorten eenden, waarvan de witkopeend de bijzonderste
is. Ook zijn er sterns en steltlopers en in de omgeving komt onder andere de
kleine trap voor.
De laguna de Manjavacas is
omgeven door wijngaarden en ligt in een aantrekkelijk omgeving. La Mancha is het
grootste aaneengesloten wijngebied van Europa, hoewel de Franse Languedoc dat
ook pretendeert. Hier ga ik zeker naar terug, ook omdat ik in mijn campertje
uitstekend kan overnachten op het parkeerplein van Pedro Muñoz en je daar ook een
uurtje vrij kunt internetten. Want campings vind je nauwelijks in het
binnenland en al helemaal geen campings die open zijn in februari. Als ik naar
huis bel hoor ik dat het prachtig weer is aan de kust. Hier staat een
stormachtige wind, als ik ’s morgens wegrijd uit Pedro Muñoz zie ik een vale
gier op de schoorsteen van een boerenhuisje zitten, als ik tegen de avond terug
kom zit hij er nog. Gieren vliegen blijkbaar niet bij harde wind.
De laatste lagune die ik
bezoek is de laguna salada de Pétrola, bij het plaatsje Pétrola in de provincie
Albacete. Ook deze lagune heeft zout water en is net als de andere lagunes erg
belangrijk voor watervogels, vooral in een droog land als Spanje. Hoewel er van
dat droge even niets is te merken. Ook hier heb ik prima overnacht, vlakbij de
kazerne van de Guardia Civil, en hier zelfs twee uur gratis internet. Wat een
luxe voor een plaatsje met net over de zevenhonderdvijftig inwoners. Als ik de
volgende morgen wakker word zie ik dat van de oude bomen langs de weg er ’s
nachts – door de harde wind – allemaal takken zijn afgebroken. De weg ligt er
vol mee, gelukkig niet op mijn camper.
De Laguna Salada de Pétrola
ligt op een hoogte van 860 meter boven de zeespiegel en is 343 hectaren groot. Soorten
die je hier aantreft zijn onder andere de zeldzame witkopeend, krooneenden,
wintertaling, kluten en diverse soorten steltlopers en plevieren. Ook hier een
kolonie flamingo’s en in de omgeving de grote en kleine trap.
Op mijn tablet zie ik dat de
weersverwachting voor Castilla la Mancha onveranderd slecht blijft. Het is
jammer maar ik besluit om maar weer richting kust te rijden, iets voorbij Ayora
rijd ik de Comunidad Valenciana binnen. De hemel is strak blauw maar de het
stormt nog steeds. Zodra ik in de gelegenheid ben, ga ik het rondje Castilla la
Mancha zeker nog een keer maken. Maar alleen dan als de gieren kunnen vliegen.