In Nederland is de Huismus (Passer domesticus) in de laatste twintig jaar sterk in aantal
afgenomen. Begin jaren tachtig begon de afname, die begin jaren negentig
versnelde. Dit heeft geresulteerd in een landelijke afname van meer dan 50% van
het aantal broedparen. En deze trend lijkt zich nog steeds voort te zetten,
hoewel de Huismus bij de laatste vier Nederlandse tuinvogeltellingen weer op de
eerste plaats van waargenomen vogels staat.
Over deze afname van de
populaire Huismus, een vogel die als vanzelfsprekend aanwezig was in de steden
en dorpen, maken veel vogelliefhebbers zich zorgen. Vreemd genoeg is de afname
plaatselijk. De Huismussen zijn op sommige plaatsen in de steden vrijwel geheel
verdwenen en op andere plaatsen zijn zij even algemeen als voorheen. Een tekort
aan insecten, waarmee de ouders hun jongen tijdens het broedseizoen voeren, kan
de oorzaak zijn. In het stedelijk gebied verdwijnen steeds meer groene verloren
hoekjes (met insecten), en veel tuinen verstenen. Ook door de meer en meer aanwezige huis- en
zwerfkatten sneuvelen jaarlijks duizenden mussen.
Daar staat tegenover dat de
bescheiden Huismus waarschijnlijk de meest succesvolle geïntroduceerde vogel
ter wereld is. Kwam hij oorspronkelijk alleen voor in Europa en delen van Azië en Noord-Afrika nu is hij – dankzij de mens - ook te vinden in Noord-Amerika,
Zuid-Afrika, Nieuw-Zeeland en op veel eilandengroepen. Thans bezet de Huismus
een gebied dat gelijk is aan ongeveer een kwart van het landoppervlak van onze planeet.
Begin 2011 is er in
Nederland een nieuw project gestart, Ring-MUS, waarbij huismussen worden
voorzien van kleurringen. De huismus is echter een slimme vogelsoort die
zich lastig terug laat vangen. Elke gevangen en geringde huismus binnen dit
project krijgt daarom een combinatie van 4 ringen, één metalen ringen en drie kleurringen. Dankzij deze kleurringcombinatie is de
huismus van een afstand al te herkennen.