Zomer en winter gooi ik dagelijks wat voer voor de vogels. Bij mij in de tuin zijn de grootgebruikers de Turkse tortels, de Houtduiven en de Zomertortels gevolgd door de Europese kanaries en de Huismussen.
Als je dan een musje (Passer domesticus) ziet zitten, die zich het graan niet uit de mond laat stoten door de duiven en andere vogels, zie je pas de overlevingsdrang van zo’n diertje.
Nauwelijks 20 gram en nog niet helemaal in de veren is hij al hondsbrutaal en pikt het zaad weg voor de snavels van de veel grotere vogels. Ik raad iedereen aan om wat voer en schoon water aan de vogels te geven, je doet er de vogels maar ook jezelf een plezier mee.
Zomertortel (Streptopelia turtur)
Houtduif (Columba palumbus)
Turkse tortel (Streptopelia decaocto)
Voor de duidelijkheid heb ik van de drie duivensoorten die regelmatig mijn tuin bezoeken een portretje gemaakt.
Toen ik hier kwam wonen waren er nergens in de wijde omgeving duiven te bekennen. Het was een pijnboombos en er woonden nauwelijks mensen. Nu er de laatste jaren zoveel huizen bij zijn gekomen zijn veel pijnbomen verdwenen, is het landschap door de vele tuinen parkachtig geworden en gedijen de duiven prima. Alleen de Zomertortel heeft het heel moeilijk, daar kom ik nog op terug.