zondag 6 april 2014

Vogeltrek Straat van Gibraltar 2014


Ongeveer 14 kilometer over water bedraagt de kortste afstand tussen Marokko en Spanje. Tweemaal per jaar is het hier een drukte van belang. Miljoenen trekvogels pendelen dan tussen Afrika en Europa visa versa, gadegeslagen door honderden vogeltellers en liefhebbers.

De meeste landvogels vliegen niet graag over zee. Om zeeën op hun trekroute over te steken, zoeken ze daarom vaak smalle zeestraten uit. Op deze plekken vindt zogenaamde stuwing van de vogeltrek plaats, alsof miljoenen vogels door een trechter moeten. In het voorjaar, maar vooral in het najaar zijn dit de beste plekken om zang- en roofvogels vlak over en langs te zien vliegen.

Langs de straat van Gibraltar trekt de hoofdmoot van de West en Zuid-Europese wespendieven, zwarte wouwen, aasgieren, slangenarenden, dwergarenden en grauwe kiekendieven.

Via twitter kun je dagelijks volgen welke vogels vanuit Afrika zijn overgestoken naar Europa. Ook op Biodiversidad Español kun je zien wat er is waargenomen. Een greep uit de waarnemingen: 
 

Op 24-2 steken grote groepen Zwarte wouwen de Straat van Gibraltar over. De winters worden doorgebracht in Afrika bezuiden de Sahara.


Op 26-2 zijn daar de eerste Aasgieren en Gierzwaluwen. De Aasgier ondersoort uit Europa en Zuid-Azië trekt in de winter naar Afrika.


Op 27-2 Wordt een overstekende Grauwe kiekendief waargenomen. In de winter trekt de Grauwe kiekendief naar Afrika ten zuiden van de Sahara.


Op 6-3 Een Slangenarend rust uit op een elektriciteitsmast. De soort overwintert ten zuiden van de Sahara.

9-3 Blonde tapuit
10-3 Grauwe klauwier
13-3 Roodstuitzwaluw
17-3 Iberische tjiftjaf
18-3 Morinelplevier


19-3 Vorkstaartplevieren steken over. De vogel overwintert in Sub-Saharisch Afrika, ook wel de Sub-Sahara of Zwart Afrika genoemd.

19-3 Gekraagde roodstaart
20-3 Baardgrasmus
20-3 Koekoek
22-3 Grasmus
25-3 Visarend


25-3 een Dwergarend steekt over. Ook wordt er een Rüppell´s gier waargenomen. De Dwergarend is overwegend een trekvogel die 's winters naar het zuiden trekt, naar Afrika of het Indische subcontinent. Sommige exemplaren overwinteren in Spanje.


26-3 Zwarte en witte ooievaars steken over.

Ooievaars zijn afhankelijk van thermiek (opgaande warme luchtstroom). In de trektijd kunnen grote groepen zwevend waargenomen worden. Boven zee is geen thermiek, dus moet de oversteek naar Afrika zo kort mogelijk zijn. Ooievaars nemen daarom de oversteek bij Gibraltar. Ieder jaar steken daar ongeveer 35.000 ooievaars over. De vogeltrek van de Witte ooievaar vindt plaats over lange afstanden. Hij overwintert in Afrika ten zuiden van de Sahara of in India. Er zijn Witte ooievaars die in de winter in europa blijven. Ook Zwarte ooievaars zijn trekvogels die grote afstanden kunnen afleggen, hij overwintert ten zuiden van de Sahara.


28-3 een Vale gier waagt de oversteek. De Vale gier heeft een verspreidingsgebied van ongeveer 10 miljoen vierkante kilometer en is geen typische trekvogel. Met zijn enorme vleugels legt de gier grote afstanden af, en hoewel de vogels meestal zweven en ze langzaam lijken te vliegen kunnen ze een snelheid bereiken van meer dan 70 kilometer per uur, en honderden kilometers per dag afleggen. De vale gier zweeft op de door de zon verwarmde stijgende luchtstromen en slaat zo min mogelijk met de vleugels om energie te sparen.

Altijd sta ik er versteld van hoeveel moeite de vogels moeten doen om die slechts 14 kilometer over te steken. Soms blijven ze dagen in de omgeving hangen omdat de weersituatie het niet toelaat om over te steken. En al die vogels moeten in de tussentijd foerageren. Als je de tientallen roofvogels ziet vliegen rond het Spaanse Tarifa begrijp je niet dat er in de omgeving nog prooidieren over zijn, zo massaal is de jacht op iets eetbaars.

Nb- De foto’s zijn niet van de vogeltrek van dit jaar, maar zijn eerdere opnamen die ik maakte bij de straat van Gibraltar.

dinsdag 1 april 2014

Wit met een blauw randje


Net zoals in veel andere streken op het Iberisch schiereiland zijn ze in Alentejo traditioneel gek op de combinatie wit met blauw. Vrijwel alle gebouwen hebben dan ook deze kleurencombinatie, hoewel er de laatste jaren ook wat andere kleuren opduiken.


Sommigen laten het niet bij een in wit met blauw geschilderd huis en hebben zelfs hun wasgoed in die twee kleuren.

Vroeger werden deuren en luiken van huizen vaak blauw geverfd omdat men dacht dat de kleur blauw de kracht had om kwade machten te verjagen. Nu is dit niet meer om de kwade machten buiten te houden maar de vliegen. Deze schijnen een hekel te hebben aan de kleur blauw.

Betekenis van de kleur Wit (Volgens sommigen is wit geen kleur): vreugde, feest, waarheid, reinheid, blijdschap, tederheid, liefde.

Betekenis van de kleur Blauw: goddelijkheid, oneindigheid, onschuld, melancholie, oprechtheid.

donderdag 27 maart 2014

Alentejo, witte huisjes en oude vrouwtjes

De originele naam "Além-Tejo" betekent "over de Taag". Deze in centraal zuid van Portugal gelegen regio is met zijn zacht glooiende heuvels en vlaktes, de kleine dorpjes met witte huisjes en zonovergoten velden veel vriendelijker dan de in het noorden en noordoosten gelegen regio’s. Met zijn 31.551 km² is Alentejo iets kleiner dan Nederland, maar met slechts 758,739 inwoners (2011) dunbevolkt.


Het is de regio met de oudste bevolking van Portugal, 22,9% is 65 jaar of ouder, terwijl het landelijk gemiddelde op 17,5% ligt. De verdeling is 49% mannen en 51% vrouwen. Je ziet dan ook overal oude vrouwtjes die de dagelijkse klusjes verrichten. Onder de inwoners ouder dan 60 jaar is het analfabetisme nog steeds hoog.

maandag 17 februari 2014

Naar het land van Don Quichotte


Vorige week naar Castilla la Mancha, het land van Don Quichotte, geweest. Dat was geen onverdeeld genoegen. Op een gegeven moment begon ik me zelfs een beetje een Don Quichotte te voelen. Niet vechtend tegen windmolens maar tegen de storm die over de Spaanse hoogvlakte raast en die kou, regen en natte sneeuw meevoert. De meeste dagen is het grijs en had ik net zo goed zwart wit foto’s kunnen maken, kleuren zijn verdwenen uit het landschap. Het doet me denken aan vroeger als je buiten wilde spelen maar door de regen verplicht opgesloten zat op je kamertje, kijkend naar de regendruppels die van het raam af sijpelden. Nu zie ik de regen tegen de ruiten van mijn campertje slaan, die hevig staat te schudden in de wind. Geen mens te bekennen, geen boer op het land.


In nationaal park “Cabañeros” – gelegen in de provincies Ciudad Real en Toledo - is het even droog maar komt de volgende bui er al weer aanzetten. Ik ben hier heen gegaan om monniksgieren te fotograferen, maar een buizerd en een torenvalk zijn de enige roofvogels die ik zie. Zonde!, want behalve monniksgieren kun je hier de keizersarend, de zeldzame pardellynx en de otter tegenkomen. Alleen nu even niet, niets maar dan ook niets laat zich zien in de lucht of op de grond. Behalve een stel ooievaars die staan te kleumen op een kerktoren.


De eerste plek waar ik heen rijd is de reserva natural de la “Laguna Del Hito” De lagune is gelegen in de provincie Cuenca en valt onder de gemeente El Hito en Montalbo. Het water van de lagune is zout en trekt in de winter diverse eendensoorten, steltlopers en duizenden meerkoeten. In de omgeving zitten ook veel steppevogels. In de winter verblijven er honderden kraanvogels die op de omringende akkers foerageren, ook zijn er veel ooievaars te vinden. Landschappelijk is voor mij de directe omgeving niet zo fraai en je kunt na de regenval niet dicht bij de lagune komen. Het is een beschermd gebied maar dat belet de gemeente Montalbo niet om er vlakbij vuil te storten. Of het door het weer komt, ik weet het niet maar ik word er ondanks de honderden kraanvogels een beetje depri van. Verder dus maar naar de in de provincie Ciudad Real gelegen plaats Pedro Muñoz.


Rond de plaats Pedro Muñoz liggen een heel stel lagunes, waarvan de laguna de Manjavacas – compleet met kijkhutten - de belangrijkste is. De lagune valt onder de gemeente Mota del Cuervo – gelegen in de provincie Cuenca - en is van groot belang voor watervogels en steppevogels. De lagune ligt op 670 meter boven de zeespiegel en is circa 230 hectaren groot. In het water zit 10 tot 34 gram zout per liter, afhankelijk van het seizoen. De temperatuur van de omgeving gaat van 14 graden onder nul in de winter tot boven de 40 graden in de zomer. In de lagune zit een kolonie flamingo’s en veel soorten eenden, waarvan de witkopeend de bijzonderste is. Ook zijn er sterns en steltlopers en in de omgeving komt onder andere de kleine trap voor.


De laguna de Manjavacas is omgeven door wijngaarden en ligt in een aantrekkelijk omgeving. La Mancha is het grootste aaneengesloten wijngebied van Europa, hoewel de Franse Languedoc dat ook pretendeert. Hier ga ik zeker naar terug, ook omdat ik in mijn campertje uitstekend kan overnachten op het parkeerplein van Pedro Muñoz en je daar ook een uurtje vrij kunt internetten. Want campings vind je nauwelijks in het binnenland en al helemaal geen campings die open zijn in februari. Als ik naar huis bel hoor ik dat het prachtig weer is aan de kust. Hier staat een stormachtige wind, als ik ’s morgens wegrijd uit Pedro Muñoz zie ik een vale gier op de schoorsteen van een boerenhuisje zitten, als ik tegen de avond terug kom zit hij er nog. Gieren vliegen blijkbaar niet bij harde wind.


De laatste lagune die ik bezoek is de laguna salada de Pétrola, bij het plaatsje Pétrola in de provincie Albacete. Ook deze lagune heeft zout water en is net als de andere lagunes erg belangrijk voor watervogels, vooral in een droog land als Spanje. Hoewel er van dat droge even niets is te merken. Ook hier heb ik prima overnacht, vlakbij de kazerne van de Guardia Civil, en hier zelfs twee uur gratis internet. Wat een luxe voor een plaatsje met net over de zevenhonderdvijftig inwoners. Als ik de volgende morgen wakker word zie ik dat van de oude bomen langs de weg er ’s nachts – door de harde wind – allemaal takken zijn afgebroken. De weg ligt er vol mee, gelukkig niet op mijn camper.   


De Laguna Salada de Pétrola ligt op een hoogte van 860 meter boven de zeespiegel en is 343 hectaren groot. Soorten die je hier aantreft zijn onder andere de zeldzame witkopeend, krooneenden, wintertaling, kluten en diverse soorten steltlopers en plevieren. Ook hier een kolonie flamingo’s en in de omgeving de grote en kleine trap.


Op mijn tablet zie ik dat de weersverwachting voor Castilla la Mancha onveranderd slecht blijft. Het is jammer maar ik besluit om maar weer richting kust te rijden, iets voorbij Ayora rijd ik de Comunidad Valenciana binnen. De hemel is strak blauw maar de het stormt nog steeds. Zodra ik in de gelegenheid ben, ga ik het rondje Castilla la Mancha zeker nog een keer maken. Maar alleen dan als de gieren kunnen vliegen. 

zaterdag 25 januari 2014

De laatste der ……..


In 2004 had hij nog een redelijk grote kudde, als hij passeerde dan stond je stof te happen. De tientallen schapen- en geitenpootjes deden het stof opdwarrelen. Hij liep met ferme pas zijn trouwe hond aan zijn zijde, toch was hij toen al 75 maar dat wist ik niet. Ik vond het eigenlijk maar vervelend als hij aankwam, je moest wachten tot hij voorbij was en dat kon lang duren. Ik had hem eigenlijk nooit aangesproken, geen tijd ik wilde vogels fotograferen. Hij was toen niet de enige in de Marjal die met een schaapskudde liep, er waren er meer. Op verschillende plaatsen stonden stallen waar de schapen en geiten in overnachten. Het was een leuk gezicht, de koereigers die meeliften op de ruggen van de dieren. Uitkijkend naar opvliegende insecten en niet bang voor de herder. 


En nu 10 jaar later? …. In de loop van de jaren zijn ze verdwenen de schaap- en geitenkudden, alleen in de zomer loopt er nog één buiten hem. Want hij loopt er nog steeds en ik heb hem eindelijk eens aangesproken. 85 jaar is hij nu verteld hij stralend, en ja zijn gezondheid is nog uitstekend. 40 jaar loopt hij nu met zijn kudde in de Marjal en 45 jaar woonde hij in Andorra in de Pyreneeën, daar is hij ook geboren. Als ik vraag of hij nog wel eens naar Andorra gaat, is het antwoord: een heel enkele keer, maar meestal komen mijn broers hier naar Pego want ik kan de dieren moeilijk alleen laten. Die dieren, daar zijn er in de loop van de jaren nog maar een paar van overgebleven. Geiten heeft hij niet meer, een paar schapen en een nieuwe hond is alles wat er is overgebleven. Het loont niet meer, er is steeds meer woeste grond in gebruik genomen als landbouwgrond en dus is er minder te grazen voor de dieren.


Hoe is het met de dieren in de Marjal vraag ik hem, zijn er meer of minder dan vroeger? Volgens hem zijn het er veel minder en komt dat door het verdwijnen van de woeste grond en de te grote jachtdruk. De hele winter zijn ze aan het schieten en niet alleen schieten ze de prooidieren weg en de vogels uit de lucht, maar ook verknallen ze de rust die overwinterende vogels nodig hebben. Ook zijn er door het gebruik van het landbouwgif, wat ze over de rijstvelden uitsproeien, nu veel minder insecten. Waardoor er een voedselschaarste is. Jammer dat ze een dergelijk mooi stukje natuur zo slecht beheren. En verder loopt hij weer met zijn enkele overgebleven schapen en zijn hond. Een plastic vat meedragend waarop hij straks gaat zitten als zijn schapen een begraasbaar plekje hebben gevonden. 

maandag 20 januari 2014

Mogen Zigeunerjongetjes geen brood eten?


Ik zit een biertje te drinken op een terrasje wat, bij een plaatselijke markt, op het gras is neergezet. Plotseling neemt er een jongetje voor me plaats, die me onbeweeglijk gaat zitten aanstaren. Zijn grote, donkere ogen knipperen niet en na een tijdje begin ik me een beetje ongemakkelijk te voelen. Hij onderbreekt zijn gestaar als ik vraag of hij iets wil. Ja, hij wil wel een hamburgertje laat hij weten. Nadat ik hem wat muntjes heb gegeven om een hamburger te kopen, zie ik hem niet meer. Wel valt het me op, dat er verschillende broodjes op het marktterrein liggen waarvan de hamburger is afgegeten. Zouden zigeunerjongetjes wel de hamburgers mogen eten maar niet de broodjes?

donderdag 16 januari 2014

De Tjiftjaf, een prima muggenvanger


Door de zachte winter in Noordwest-Europa, zijn er dit jaar beduidend minder overwinterende vogels in de Marjal de Pego-Oliva. Door het vele stilstaande water en de relatief hoge temperaturen zijn er echter veel muggen in de Marjal. En daar maakt de Tjiftjaf dankbaar gebruik van, uit de lucht, tussen het gras en van de sluizen grist hij de muggen. Ze zijn werkelijk van de morgen tot de avond bezig om met grillige vliegbewegingen de muggen te verschalken. 
    

Over de mediterrane vogels is een android-app verschenen van BirdLife International. De app is gratis te downloaden op Google Play
Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...