Dit is het platje de l’Ampolla, het strand van Moraira
veertien dagen geleden. Het was tijdens de koudegolf die grote delen van Europa
teisterde en die ook aan de Costa-Blanca de temperaturen sterk deed dalen. Met zo nu en dan zelfs een nachtvorstje direct aan de Middellandse zeekust.
Vlak achter het strandje ligt een klein riviertje, wat
vroeger vrijelijk naar zee stroomde maar wat tegenwoordig is ingedamd en nu
geleid naar zee stroomt. Het riviertje grenst niet alleen aan het strand maar
ook aan een park met kinderspeelplaatsen en aan een drukbereden weg, al met al erg
veel rumoer dus. Temeer daar er regelmatig feesten op het strand zijn, met
luide muziek en er ook vuurwerk wordt afgestoken. Wie schets dan ook mijn
verbazing dat ik er een Woudaap aantrof - één van de kleinste Europese
reigersoorten - nauwelijks groter dan een duif. Dat is tweemaal merkwaardig omdat
hij om deze tijd nog in Afrika hoort te zitten en omdat hij verstoringsgevoelig
is.
Woudapen (Ixobrychus minutus) zijn kleine moerasvogels die solitair leven in dichte
moerasvegetaties en zich voedt zich met kleine visjes, amfibieën en insecten. Ze
broeden in rietkragen en ruigtes met wilgen en biezen, en zijn daarin moeilijk
waar te nemen. De wintermaanden worden doorgebracht in tropisch Afrika.
Woudapen leiden een zeer verborgen leven. Een ontmoeting met een woudaap is dan
ook een zeldzame aangelegenheid.
De Woudaap
is in 2004 als ernstig bedreigd op de Nederlandse rode lijst gezet en staat ook
als zodanig op de Vlaamse rode lijst. Internationaal staat de woudaap nog steeds
als niet bedreigd op de IUCN rode lijst, maar valt wel onder het internationale
natuurbeschermingsverdrag over bedreigde trekvogels. Maar er zitten nog meer
pareltjes in dit piepkleine rumoerige gebied langs het strand.
Zo
zitten er ijsvogels die veel minder schuw zijn dan normaal, ze zijn waarschijnlijk
gewend geraakt aan de wandelaars en de badgasten. Dat valt me ook altijd op als
ik in Nederland kom, in een dicht bevolkt gebied zijn vogels altijd veel
makelijker waar te nemen en veel minder schuw. Terwijl ik in Spanje, Portugal
en Frankrijk in prachtige uitgestrekte natuurgebieden ben geweest waar je werkelijk
geen mens zag maar waar geen vogel zich liet zien, terwijl je ze wel hoorde. Knap
frustrerend vind ik dat altijd, wel horen niet zien. Ook frustrerend aan het
vogelen is dat als je in de auto zit en je een prachtig vogeltje ziet, je heel
voorzichtig je camera pakt en zachtjes het raam opendraait, probeert scherp te
stellen op het nog steeds poserende vogeltje, je afdrukt en dan ziet dat je nog
net de pootjes op de foto hebt staan. Vogels kunnen soms behoorlijk
nieuwsgierig zijn en wachten tot het laatste moment om weg te vliegen, helaas toch
nog te snel voor de camera. Vaak kun je dan blijven wachten tot je een ons
weegt maar de vogel is gevlogen en laat zich niet meer zien. Heel, heel erg frustrerend
is dat ik onlangs 300 kilometer heb gereden, een dag in een ijs en ijskoude
schuilhut heb gezeten om een ijsvogeltje te fotograferen en ze, zonder het te
weten, vlak bij me om de hoek zitten te poseren. Foute hobby maar wel erg leuk.
Bij
een IJsvogel (Alcedo atthis) kun je
vrij eenvoudig zien of het een mannetje of een vrouwtje is. De mannetjes zijn van
de vrouwtjes te onderscheiden aan de kleur van de basis van de ondersnavel, die
bij het vrouwtje dofrood is en bij het mannetje net zo zwart als de
bovensnavel.
Bij
het riviertje zit natuurlijk ook de Witte kwikstaart (Motacilla alba) een leuk, vrolijk, altijd bedrijvig vogeltje die je
werkelijk overal kunt tegenkomen. Ze rennen vaak over de weg en vliegen pas op
het allerlaatste moment op voor de aanstormende auto’s.