maandag 28 juni 2010

Steenuil - Holbewoners II

Ook de Steenuil (Athene noctua) maakt graag gebruik van een hol maar graaft dit uiteraard niet zelf. Hij gebruikt een natuurlijk gat tussen de stenen of het hol van een ander dier.
De Steenuil is een klein gedrongen uiltje, met felle gele ogen en witte wenkbrauwstrepen. Met zijn 21 tot 23 centimeter is hij iets groter dan de eveneens in Spanje voorkomende Dwergooruil.
                           
In de woestijnachtige gebieden van Spanje - zoals sommige delen van Almería – leeft een ondersoort die lichter van kleur is.

vrijdag 25 juni 2010

Dodelijke klem

Een jonge Grauwe Vliegenvanger (Muscicapa striata) klemt zijn zojuist gevangen vlieg tussen zijn snavel.

donderdag 24 juni 2010

Holbewoners I - Wild Konijn

Het is dat ik bij het hol een plukje wol zag liggen, anders was ik er voorbij gelopen. Nadat ik op een afstandje was gaan liggen kijken zag ik eerst een paar pootjes, toen een neusje, een konijntje sprong eruit en later werden het er twee.
Het Wilde Konijn (Oryctolagus cuniculus) is een leuk diertje om te zien en is de voorouder van het tamme konijn. Het beestje heeft als prooidier geen gemakkelijk bestaan en ook de typische konijnenziekten eisen hun tol. Het diertje waagt zich zelden verder dan 500 meter van zijn hol. Het wilde konijn weet zich goed aan veranderende omstandigheden aan te passen en is over de hele wereld –met uitzondering van de tropen - verspreid, vaak door toedoen van de mens. Het leeft bij voorkeur op zanderige gronden, waar ze leven in een uitgebreid ondergronds gangenstelsel met o.a. aparte kraamkamers. Verder laten ze ook hun uitwerpselen in een vaste hoek achter, iets wat ook de tamme konijnen nog steeds doen. Het konijn leeft in familiegroepen met een eigen territorium. Deze groepen bestaan uit een ram met meerdere voedsters en bijbehorende jongen. Ze leven in strikte hiërarchie en de dominante dieren eisen steeds het beste voedsel en de beste schuilplaatsen op. Jonge rammen worden meestal uit de groep verjaagd en wanneer ze geen aansluiting vinden bij een andere groep, leven ze hun leven lang solitair.

zondag 20 juni 2010

Ralreiger - Squacco Heron

De Ralreiger (Ardeola ralloides) 
is een kleine, goed gecamoufleerde reiger die daardoor vaak moeilijk is waar te nemen.


Rozig - beige 
of zandkleurig op de grond, maar tijdens de vlucht met opvallend witte vleugels. Hij wordt meestal gezien in oevervegetatie of op drijvende waterplanten, langs of op stille rivieren en meren.


De Ralreiger 
vangt visjes, amfibieën, rivierkreeftjes en insecten door geduldig te wachten en te kijken. Hij foerageert minder actief dan de Zilverreigers en wacht liever totdat er iets binnen zijn bereik komt.


De Ralreiger 
heeft een gewicht van 250 tot 350 gram, een lengte van 44 tot 47 cm. en een spanwijdte van 70 tot 86 cm. Zijn status is kwetsbaar en hij komt vrijwel alleen in Zuid-Europa voor. De vogel is over het algemeen zwijgzaam.


Hij nestelt 
in wilgenbosjes of dicht riet, in losse kolonies of met andere reigers. De 4 tot 6 eieren komen na circa 23 dagen uit. De juveniele vogels zijn donkerder van kleur en hebben een meer gestreept verenkleed.


De meeste Ralreigers 
trekken in de herfst naar Afrika en keren terug naar Europa in maart en april.

donderdag 17 juni 2010

Jávea – Ibiza

Dit beeld kun je maar een paar maal per jaar aanschouwen. De vuurtoren van Cabo de la Nao in Jávea met op de achtergrond het eiland Ibiza. Het is zelden zo helder dat je het ruim 80 kilometer verder gelegen eiland ziet liggen, maar vandaag was dat na de depressie van deze week, wel het geval.
Het is trouwens een leuk punt vanwaar je naar Ibiza kunt kijken, je hebt rondom een panoramisch uitzicht. Er kwam nog een helikopter langs vliegen maar die jongens zagen me niet staan.
Ik kan het nooit nalaten om even in de cockpit te kijken, dacht nog dat ik Joran van der Sloot zag zitten maar dat lijkt me haast onmogelijk. Wist je trouwens dat je op internet het registratienummer kunt intypen, dat je dan de eigenaar te weten komt, waar het toestel voor gebruikt wordt en of er incidenten met het toestel zijn geweest.
Vanaf dit punt heb je ook zicht op de nog vrijwel authentieke dorpskern van Poble Nou de Benitachell.

woensdag 16 juni 2010

Wilde bloemen

Het heeft gisteren geregend, wat een zegen nu hoef ik een week mijn tuin niet te sproeien. De wilde bloemen en planten zullen deze zomer later verdrogen en daardoor langer blijven staan, een groot voordeel voor de insecten die van ze afhankelijk zijn. Ik vind die wilde bloemen en planten trouwens vaak mooier dan die gecultiveerde exemplaren in mijn tuin.

dinsdag 15 juni 2010

Niet de Lammergier

Het is nog maar een maandje geleden en de toppen van de meeste bergen in de Pyreneeën waren nog behoorlijk besneeuwd.
Toen ik hoog in de lucht een grote roofvogel ontwaarde die door de stevige wind behoorlijk snel door het luchtruim kliefde en in een mum van tijd weer was verdwenen. De Lammergier schoot het door me heen, eindelijk heb ik hem in levende lijve gezien. Toen ik ’s avonds de foto’s bekeek viel het tegen, het was niet de Lammergier maar de Monniksgier (Aegypius monachus) die ik had gefotografeerd. Gek dat ik dat niet had gezien want ik ben toch heel wat Monniksgieren tegengekomen, in met name het nationaal park Cabañeros in Ciudad Real. Vermoedelijk kwam dit omdat deze duidelijk van A naar B vloog en ik ze normaal altijd op thermiek heb zien cirkelen op zoek naar prooi.
Raar ook dat het me tegenviel want deze grootste, zwaarste en meest rechthoekige roofvogel van Europa is toch ook mooi, de meeste mensen zullen hem helaas nooit in de vrije natuur mogen aanschouwen.                                                                                De Monniksgier is in Spanje uitgeroepen tot de vogel van het jaar 2010

maandag 14 juni 2010

Kettingzaag

Nederland heeft een berg, de Sint-Pietersberg van ca. 110 meter hoog. Een groot gedeelte van de berg is verdwenen door kalksteenwinning voor de cementindustrie.
Spanje heeft vele bergen, tot wel 3500 meter hoog, maar ook hier zetten ze de zaag erin. Een plan voor reconstructie en herbeplanting is er meestal niet, er komt niets anders voor terug dan een gat in de berg en heel veel losse stenen. Wel uitermate geschikt om rotzooi in te dumpen.

donderdag 10 juni 2010

Vogels

Zijn tijdens de zomer sommige vogels verdwenen aan de Costa-Blanca, er komen er andere voor terug.

Kokmeeuw

De Kokmeeuw (Chroicocephalus ridibundus) is in Europa een veel voorkomende meeuwensoort.
Het is gedeeltelijke een trekvogel en in Noordwest-Europa zowel zomer als wintergast. In Zuid-Europa komt hij alleen als wintergast voor, tussen maart en oktober zie je hem aan de Costa-Blanca vrijwel niet.
De kokmeeuw broedt in IJsland, Brittannië en Ierland, van Frankrijk oostwaarts en lokaal tot in het hoge noorden. Oorspronkelijk is deze meeuw een typische binnenlander. Maar omdat hij zich, wat het vergaren van zijn kostje en het vinden van broedgebieden betreft, goed heeft kunnen schikken in de schaarse ruimten die het cultuurlandschap hem heeft gelaten, is het hem voor de wind gegaan en in zulke aantallen toegenomen, dat gebiedsuitbreiding tot in de zilte streken noodzakelijk bleek.
De jongen bezitten een grijsachtige kop, een oranje snavel met een zwarte punt, een lichtbruine baan over de vleugel en een zwarte band over de staart. Hun buitenste grote slagpennen zijn zwart. Hoe ouder de meeuwen worden, hoe meer de bruine baan verdwijnt. Ze hebben een gewicht tussen de 225 en 350 gram en worden van 34 tot 37 centimeter groot, ongeveer het formaat van een stadsduif.
Het zijn alleseters, die zich onder anderen voeden met larven, slakken en wormen, die ze vinden in wei en bouwland. Ze eten ook visjes, vogeleieren, muizen en kleine vogels. Ze scharrelen tussen het drijvend afval en kunnen met tientallen afkomen op gestrooid brood. Veel kokmeeuwen houden zich er ook mee bezig om al vliegend insecten te vangen. Graag lopen ze mee met het eerste opkomende water, terwijl ze uitkijken naar sporen van bodemdieren, die door het vloedwater tot actie komen. In iets dieper water zwemmen ze ook rond, uitkijkend naar al het eetbare dat het waagt om onder ze door te zwemmen.
Een andere techniek is het slik trappelen. Daarbij bewegen ze zich, al trappelend langzaam achterwaarts. In het opwervelende water en slib komen er wormen en zagers te voorschijn die snel worden binnengeslikt.
Lange tijd werden kokmeeuwkolonies bestreden, door bijvoorbeeld het rapen van de eieren en afschot. Hiervoor werden twee redenen aangevoerd; de eerste was eutrofiëring van voedselarme vennen door de uitwerpselen van de meeuwen, de tweede betrof het vermoeden dat kokmeeuwen een negatieve invloed uitoefenen op de stand van andere vogelsoorten. Een nadeel van het bestrijden van de kolonies is dat de verstoorde kokmeeuwen vaak agressief en roofzuchtig worden nadat hun nesten geruimd zijn. Men vermoedt ook dat eenmaal verstoorde meeuwen gewoon op een andere plaats alsnog een nest jongen grootbrengen. 

woensdag 2 juni 2010

Bosbrand

De eerste bosbrand van deze zomer in de provincie Alicante heeft helaas al weer plaats gevonden.
Vorig weekend verbrandde 15 hectare pijnboombos in het recreatiegebied Font de Vivens, tussen Jijona (stad van ijsjes en marsepein), en Ibi (stad van het speelgoed). Dit is dank zij de natte winter gelukkig later dan gebruikelijk maar het trieste resultaat is er niet minder om.
Het is niet te hopen dat het er deze zomer weer net zo aan toe gaat als de laatste jaren het geval was in Zuid-Europa. Enorme bosbranden die honderden hectaren in de as leggen en mensenlevens en eigendommen kosten.
Om van de schade aan de natuur nog maar te zwijgen. Vele diersoorten worden ieder jaar het slachtoffer. Het kost jaren voordat dit zich heeft hersteld, als het dat al doet want door het ontbreken van begroeiing en wortels die de aarde vasthouden, is erosie het gevolg. Vruchtbare aarde stroomt bij de winterse slagregens en het smelten van de sneeuw van de rotsen, en op steen zonder aarde kan geen plant of boom nog groeien.
Ondanks het grote risico van bosbranden in vooral de zuidelijke landen, mede door de hoge temperaturen en droogte vaak in combinatie met harde wind. Schijnen de meeste mensen er zich niet al te druk over te maken. 
Juist in die uitermate brandgevoelige pijnboombossen –een pijnboom kan exploderen tijdens een brand waardoor het vuur alle kanten opspringt–, worden stenen barbecues geplaatst en is het ieder weekend een drukte van belang met fikkie stokende stadsmensen. Het zijn deze recreatiegebieden waar vaak de brand ontstaat.
De lokale overheid schijnt dit gevaar ook in te zien, want die zijn op het lumineuze idee gekomen om als het te droog en te brandgevaarlijk is, de barbecues met een plastic lintje te verzegelen, geen mens die er zich iets van aantrekt.
 
Andere oorzaken van deze fatale branden zijn onder anderen: weggegooide peuken –ondanks dat het weggooien uit de auto van sigarettenpeuken nu strafbaar is gesteld, het afbranden van bermen en verbranden van tuinafval, weggegooid glas, kortsluiting in elektriciteitskabels, broei in afvalbergen en hooiopslag, moedwillig aansteken, blikseminslag, verkeersongevallen, enzovoorts.
Als je eens die enorme vernietigende kracht van zo’n bosbrand hebt gezien, weet je pas hoe snel het gaat en hoe voorzichtig je moet zijn, de meeste mensen realiseren zich dat echter niet. En eerlijk gezegd, voordat ik deze foto’s maakte, ik ook niet.
 

dinsdag 1 juni 2010

Moraira Sunrise

Er was vanmorgen een prachtige zonsopkomst. In de zomer komt de zon op achter de oude wachttoren van Moraira en in de winter zie je hem verschijnen achter de kaap van Moraira –Cap d’Or.
Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...