De
meeste Blauwe reigers (Ardea cinerea)
zijn standvogels (paars op het kaartje); andere verlaten hun broedplaats en
trekken naar streken met een milder klimaat. De Blauwe reigers die in het
noorden de zomer doorbrengen (oker op het kaartje) trekken vaak al in de zomer langzaam
in zuidelijke richting.
In Nederland en België trekt
de Blauwe reiger door van half juli tot diep in de winter en in het voorjaar
van begin maart tot in mei. Er zijn in Nederland en België vogels die
overwinteren, maar er zijn er ook die wegtrekken. Strenge winters kunnen de
populatie gevoelige klappen bezorgen.
Officieel
is de Blauwe reiger in Spanje en Portugal een wintergast (blauwe plekken op het
kaartje). Je ziet dan hele groepen in de lucht – voornamelijk jonge vogels –
die hier komen overwinteren. Er zijn in Spanje slecht een paar streken waar de
Blauwe reiger een standvogel is (de paarse plekken op het kaartje), maar je
ziet hem toch het hele jaar door wel ergens staan of vliegen en soms op de
meest rare plekken. Zoals bij een bergbeekje in de Pyreneeën op forellenjacht, of
bij een kleine poel in en verder gortdroge omgeving. Sommige vogels trekken nog
verder door, tot zelfs naar Zuid-Afrika.
In
de Marjal de Pego-Oliva zie je tijdens de trektijd soms grote groepen Blauwe
reigers
De
Blauwe reiger gedraagt zich in Spanje heel anders dan in Nederland of België.
Vergeet het maar dat hij hier naast een visser gaat staan, om te wachten totdat
hem een visje wordt toegeworpen. Uitermate schuw en op hun hoede zijn ze en ze
gaan bij het minste of geringste op de wieken. De reiger heeft een matig snelle
vlucht met langzame, zware en diepe vleugelslagen, maar soms wordt ook een
kleine zweefvlucht uitgevoerd. De nek is hierbij S-vormig ingetrokken en de
poten steken achter het lichaam uit.
Ze
zoeken zijn hun eigen kostje wel bij elkaar, zoals deze jonge reiger die een
rivierkreeft te pakken heeft.
Vissen van 10 tot 16 cm
lengte vormen de hoofdschotel van het menu van de Blauwe reiger, zoals voorn in
rietvelden, forellen in stromend water, maar ook stekelbaars, paling, baars,
snoek, grondel, zeelt, alver, karper en brasem. Verder eet hij amfibieën, reptielen,
insecten, wormen, rivierkreeften, slakken, steurgarnalen en jonge vogels. En ook
wel kleine zoogdieren als mollen, ratten, veldmuizen, waterspitsmuizen en
konijnen.
Er
is iets mysterieus aan de blauwe reiger en als je zijn diepe, rauwe
"schraatsj" in de vlucht hebt gehoord, weet je wat ik bedoel.
Er is al veel geschreven
over de gespannen verhouding tussen de blauwe reiger en de mens. Over de
rivaliteit tussen de vogel en de beroepsvisser, over de vervelende gewoonte van
de vogel om met zijn uitwerpselen de bomen wit te kalken, bladerloos te maken
en de grond te besmeuren en over de stank van over de nestrand gevallen visresten.
In vroeger tijden werden de kolonies makkelijk het doelwit van verstoring en
stroperij. Reigers werden gegeten en vormden de Koninklijke prooien van de
valkerij. Hendrik VIII van Engeland in hield in 1532 een feestmaal, waar 440
reigers werden geserveerd.
Ondanks dat de Blauwe reiger
in Nederland een veel voorkomende vogel is loopt de populatie in sommige
streken terug. Zo schrijft Sovon op 26
augustus jl.;
Neergang
Blauwe Reiger in Twente zet door
De
afgelopen winters hebben sporen achtergelaten in de kolonies van de Blauwe
Reiger. De terugval in 2009 bedroeg 18,5 %, in 2010 ongeveer 17 % en in 2011
was er een stabilisatie. In 2012 bedroeg de achteruitgang 14 % en dit jaar 15
%. De Twentse populatie is daarmee vergeleken met 2008 in vijf jaar tijd meer
dan gehalveerd.
Onder
normale omstandigheden kan de Blauwe reiger gemiddeld 25 jaar oud worden.