Posts tonen met het label Hendrik VIII. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Hendrik VIII. Alle posts tonen

zondag 15 september 2013

Blauwe Reiger, Stand- en Trekvogel



De meeste Blauwe reigers (Ardea cinerea) zijn standvogels (paars op het kaartje); andere verlaten hun broedplaats en trekken naar streken met een milder klimaat. De Blauwe reigers die in het noorden de zomer doorbrengen (oker op het kaartje) trekken vaak al in de zomer langzaam in zuidelijke richting.

In Nederland en België trekt de Blauwe reiger door van half juli tot diep in de winter en in het voorjaar van begin maart tot in mei. Er zijn in Nederland en België vogels die overwinteren, maar er zijn er ook die wegtrekken. Strenge winters kunnen de populatie gevoelige klappen bezorgen.

Officieel is de Blauwe reiger in Spanje en Portugal een wintergast (blauwe plekken op het kaartje). Je ziet dan hele groepen in de lucht – voornamelijk jonge vogels – die hier komen overwinteren. Er zijn in Spanje slecht een paar streken waar de Blauwe reiger een standvogel is (de paarse plekken op het kaartje), maar je ziet hem toch het hele jaar door wel ergens staan of vliegen en soms op de meest rare plekken. Zoals bij een bergbeekje in de Pyreneeën op forellenjacht, of bij een kleine poel in en verder gortdroge omgeving. Sommige vogels trekken nog verder door, tot zelfs naar Zuid-Afrika. 


In de Marjal de Pego-Oliva zie je tijdens de trektijd soms grote groepen Blauwe reigers

De Blauwe reiger gedraagt zich in Spanje heel anders dan in Nederland of België. Vergeet het maar dat hij hier naast een visser gaat staan, om te wachten totdat hem een visje wordt toegeworpen. Uitermate schuw en op hun hoede zijn ze en ze gaan bij het minste of geringste op de wieken. De reiger heeft een matig snelle vlucht met langzame, zware en diepe vleugelslagen, maar soms wordt ook een kleine zweefvlucht uitgevoerd. De nek is hierbij S-vormig ingetrokken en de poten steken achter het lichaam uit.


Ze zoeken zijn hun eigen kostje wel bij elkaar, zoals deze jonge reiger die een rivierkreeft te pakken heeft.

Vissen van 10 tot 16 cm lengte vormen de hoofdschotel van het menu van de Blauwe reiger, zoals voorn in rietvelden, forellen in stromend water, maar ook stekelbaars, paling, baars, snoek, grondel, zeelt, alver, karper en brasem. Verder eet hij amfibieën, reptielen, insecten, wormen, rivierkreeften, slakken, steurgarnalen en jonge vogels. En ook wel kleine zoogdieren als mollen, ratten, veldmuizen, waterspitsmuizen en konijnen.


Er is iets mysterieus aan de blauwe reiger en als je zijn diepe, rauwe "schraatsj" in de vlucht hebt gehoord, weet je wat ik bedoel. 

Er is al veel geschreven over de gespannen verhouding tussen de blauwe reiger en de mens. Over de rivaliteit tussen de vogel en de beroepsvisser, over de vervelende gewoonte van de vogel om met zijn uitwerpselen de bomen wit te kalken, bladerloos te maken en de grond te besmeuren en over de stank van over de nestrand gevallen visresten. In vroeger tijden werden de kolonies makkelijk het doelwit van verstoring en stroperij. Reigers werden gegeten en vormden de Koninklijke prooien van de valkerij. Hendrik VIII van Engeland in hield in 1532 een feestmaal, waar 440 reigers werden geserveerd.

Ondanks dat de Blauwe reiger in Nederland een veel voorkomende vogel is loopt de populatie in sommige streken terug. Zo schrijft Sovon op  26 augustus jl.;  
Neergang Blauwe Reiger in Twente zet door
De afgelopen winters hebben sporen achtergelaten in de kolonies van de Blauwe Reiger. De terugval in 2009 bedroeg 18,5 %, in 2010 ongeveer 17 % en in 2011 was er een stabilisatie. In 2012 bedroeg de achteruitgang 14 % en dit jaar 15 %. De Twentse populatie is daarmee vergeleken met 2008 in vijf jaar tijd meer dan gehalveerd.

Onder normale omstandigheden kan de Blauwe reiger gemiddeld 25 jaar oud worden.
Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...