Posts tonen met het label Spanje. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Spanje. Alle posts tonen

zaterdag 21 september 2013

Kapelletjes langs de Weg

Een kapelletje bevat soms slechts een beeldje of afbeelding. Vaak is het niet meer dan een nisje op een kruispunt van wegen of een houten kastje aan een boom, langs een wandelpad of aan een huis bevestigd. Ze zijn de zichtbare uiting van volksdevotie. 


Vaak is het, hoe armer en geïsoleerder de streek des temeer kapelletjes je er ziet. Soms zitten daar hele leuke decoratieve exemplaren tussen, zoals deze van aardewerk uit de Alentejo, Portugal. 


Of je ziet de meer traditionele, zoals dit heilige huisje in de Sierra de Espuña, Murcía, Spanje.

Kapelletjes zijn er in alle soorten en maten, een kapelletje kan zijn: een wegkapelletje, een heilig huisje of een afdak waaronder kruisbeelden of afbeeldingen van heiligen, vaak de heilige Maria, zijn geplaatst.

Men treft ze op allerlei plaatsen aan en hebben meestal voor de lokale bevolking een grote religieuze waarde. Het woord kapel is afgeleid van het Latijnse cappa of mantel, en verwijst naar de mantel van Martinus van Tours, de bisschop van Tours die leefde van 316 tot 397 en bekend werd als Sint-Maarten.

zondag 15 september 2013

Blauwe Reiger, Stand- en Trekvogel



De meeste Blauwe reigers (Ardea cinerea) zijn standvogels (paars op het kaartje); andere verlaten hun broedplaats en trekken naar streken met een milder klimaat. De Blauwe reigers die in het noorden de zomer doorbrengen (oker op het kaartje) trekken vaak al in de zomer langzaam in zuidelijke richting.

In Nederland en België trekt de Blauwe reiger door van half juli tot diep in de winter en in het voorjaar van begin maart tot in mei. Er zijn in Nederland en België vogels die overwinteren, maar er zijn er ook die wegtrekken. Strenge winters kunnen de populatie gevoelige klappen bezorgen.

Officieel is de Blauwe reiger in Spanje en Portugal een wintergast (blauwe plekken op het kaartje). Je ziet dan hele groepen in de lucht – voornamelijk jonge vogels – die hier komen overwinteren. Er zijn in Spanje slecht een paar streken waar de Blauwe reiger een standvogel is (de paarse plekken op het kaartje), maar je ziet hem toch het hele jaar door wel ergens staan of vliegen en soms op de meest rare plekken. Zoals bij een bergbeekje in de Pyreneeën op forellenjacht, of bij een kleine poel in en verder gortdroge omgeving. Sommige vogels trekken nog verder door, tot zelfs naar Zuid-Afrika. 


In de Marjal de Pego-Oliva zie je tijdens de trektijd soms grote groepen Blauwe reigers

De Blauwe reiger gedraagt zich in Spanje heel anders dan in Nederland of België. Vergeet het maar dat hij hier naast een visser gaat staan, om te wachten totdat hem een visje wordt toegeworpen. Uitermate schuw en op hun hoede zijn ze en ze gaan bij het minste of geringste op de wieken. De reiger heeft een matig snelle vlucht met langzame, zware en diepe vleugelslagen, maar soms wordt ook een kleine zweefvlucht uitgevoerd. De nek is hierbij S-vormig ingetrokken en de poten steken achter het lichaam uit.


Ze zoeken zijn hun eigen kostje wel bij elkaar, zoals deze jonge reiger die een rivierkreeft te pakken heeft.

Vissen van 10 tot 16 cm lengte vormen de hoofdschotel van het menu van de Blauwe reiger, zoals voorn in rietvelden, forellen in stromend water, maar ook stekelbaars, paling, baars, snoek, grondel, zeelt, alver, karper en brasem. Verder eet hij amfibieën, reptielen, insecten, wormen, rivierkreeften, slakken, steurgarnalen en jonge vogels. En ook wel kleine zoogdieren als mollen, ratten, veldmuizen, waterspitsmuizen en konijnen.


Er is iets mysterieus aan de blauwe reiger en als je zijn diepe, rauwe "schraatsj" in de vlucht hebt gehoord, weet je wat ik bedoel. 

Er is al veel geschreven over de gespannen verhouding tussen de blauwe reiger en de mens. Over de rivaliteit tussen de vogel en de beroepsvisser, over de vervelende gewoonte van de vogel om met zijn uitwerpselen de bomen wit te kalken, bladerloos te maken en de grond te besmeuren en over de stank van over de nestrand gevallen visresten. In vroeger tijden werden de kolonies makkelijk het doelwit van verstoring en stroperij. Reigers werden gegeten en vormden de Koninklijke prooien van de valkerij. Hendrik VIII van Engeland in hield in 1532 een feestmaal, waar 440 reigers werden geserveerd.

Ondanks dat de Blauwe reiger in Nederland een veel voorkomende vogel is loopt de populatie in sommige streken terug. Zo schrijft Sovon op  26 augustus jl.;  
Neergang Blauwe Reiger in Twente zet door
De afgelopen winters hebben sporen achtergelaten in de kolonies van de Blauwe Reiger. De terugval in 2009 bedroeg 18,5 %, in 2010 ongeveer 17 % en in 2011 was er een stabilisatie. In 2012 bedroeg de achteruitgang 14 % en dit jaar 15 %. De Twentse populatie is daarmee vergeleken met 2008 in vijf jaar tijd meer dan gehalveerd.

Onder normale omstandigheden kan de Blauwe reiger gemiddeld 25 jaar oud worden.

woensdag 11 september 2013

Het zijn niet alleen Mannen die Schaapherder zijn


Vooral in de economisch wat achtergebleven streken van Spanje en Portugal kom je ze regelmatig tegen, herderinnetjes. Maar niet het romantische type herderinnetje wat je in gedachten schiet bij het woord ervan of één uit een sprookje van Hans Christian Andersen. Dit zijn echte herderinnen, stoere vrouwen die dagen alleen vergezelt van hun honden, schapen en geiten over de vlaktes trekken. Die een woord wat ze nauwelijks kennen ‘emancipatie’ al in praktijk brachten toen de meeste mensen er noch niet van gehoord hadden. 


Ze hebben altijd een tas, mand of rugzak bij zich, voorzien van wat proviand, zalfjes en geneesmiddelen voor de schapen en geiten. Omdat er geen man in de buurt is en ze toch ergens tegen moeten sputteren is de hond vaak het slachtoffer.

Het hoeden van schapen was van oorsprong een rendabele manier om van de verder onbruikbare woeste gronden te profiteren. Maar om vandaag de dag je schaapjes op het droge te krijgen is een hele opgave.

zaterdag 18 mei 2013

Kraanvogels blijven hangen bij de Laguna de Gallocanta


Massale kraanvogeltrek over Nederland
Bericht uitgegeven door Sovon Vogelonderzoek Nederland op vrijdag 8 maart 2013

Maandag en dinsdag werd Nederland overspoeld door kraanvogels. Door het plotselinge mooie weer en de zuidoostelijke wind trok een brede stroom kraanvogels over vooral Oost-Nederland. Ze vertrokken vorige week vanuit Spanje en Frankrijk naar hun broedgebieden in Noord-Europa. Nederlandse vogeltellers noteerden enorme aantallen. Het ging naar schatting om misschien wel 100.000 vogels.

Tot zover de publicatie van Sovon. Het vervolg op bovenstaand bericht kun je lezen op Natuurbericht.


Normaal trekken de Kraanvogels (Grus grus) - bij gunstig weer -  omstreeks eind februari vanuit Spanje naar hun broedgebieden in het noorden van Europa.


Maar toen ik de tweede week van April langs de Lagune van Gallocanta kwam bleek daar nog een behoorlijke groep – op de nu groene akkers – aanwezig te zijn. Toen ik de tweede week van Mei weer langs de lagune kwam bleek er nog steeds een groepje aanwezig. 



Nu had ik tijdens mijn reis naar Nederland visa-versa wel veel regen onderweg en was het in Frankrijk, Belgie en Nederland koud en schraal weer. In de Pyreneeën lag er echter weinig sneeuw en Kraanvogels zijn redelijk bestand tegen koud en slecht weer. 


Er zaten veel jonge dieren in de groep die ik bij de lagune zag maar gewonde dieren - die ik in de winter weleens zie - kon ik niet ontdekken. Wat de reden is dat deze groep Kraanvogels zo lang blijft hangen is gissen, wellicht is het de eerste generatie Kraanvogel hangjongeren.


Bij de Lagune – waar ze overnachten in het ondiepe gedeelte - zijn minimum temperaturen gemeten van min 20 graden Celsius, kinderachtig zijn ze dus niet.   

woensdag 6 maart 2013

Saharastof


Zijn we net klaar met het verwijderen van het groene stuifmeel van de pijnbomen en cipressen en er ligt al weer een nieuwe laag. Dit keer is het Saharastof wat meegekomen is met de regenbuien van de laatste dagen. Nog een geluk dat het daarna weer geregend heeft zonder het Saharastof, zodat het schoonmaken deze keer gelukkig meevalt. Alleen het zwembad is niet meer blauw maar bruin, de ramen zijn van ondoorzichtig glas en de auto’s moeten naar de wasstraat.

 (Foto) In midden Frankrijk zag ik eens een bui met Saharastof aankomen.

Voordat ik in Spanje woonde ben ik me er nooit van bewust geweest dat er ook in Nederland Saharastof naar beneden komt. Toch schijnt het al een eeuwenoud verschijnsel te zijn - het stond bekend als bloedregen of wonderregen - dat ontstaat doordat stof uit de Sahara met de regen op aarde terechtkomt. Tijdens stof- en zandstormen, die in het woestijngebied voorkomen, kan het stof tot kilometers hoogte in de atmosfeer komen. Wanneer de luchtstroming van zuid naar noord is gericht, kan het Saharastof zelfs tot boven Nederland en België of nog noordelijker komen. In de landen rond de Middellandse Zee komt het jammer genoeg herhaaldelijk voor.


dinsdag 29 januari 2013

Net een patatje, maar dan heel anders


Ze zitten in ouderwets puntzakje,
gemaakt van gerold velletje vetvrij papier. De eerste keer dat ik een dergelijk soort patatkraam (Churreria) zag, kreeg ik een onweerstaanbare trek in een heerlijk zakje patat. Ik vond het wel vreemd dat ik geen pot mayonaise maar een kom chocolade zag staan. En ik nergens de tekst "patates frites" maar wel die met "churros" tegenkwam, maar ik was er zo van overtuigd dat het patat was dat ik een zakje bestelde.

Maar wat een tegenvaller,
de churros smaakt niet naar een heerlijk gezouten patatje maar naar een soort donut. Het viel me zo tegen dat ik ze later nooit meer besteld heb.


Maar onlangs
zag ik weer eens een churreria staan en het viel me op dat toch heel wat niet-Spanjaarden ze lekker blijken te vinden.


Maar het viel
me ook op dat het net lijkt of de Spaanse mevrouw van de churreria zelf niet goed begrijpt waarom die buitenlanders de churros lekker vinden.

Churros,
is een snack die oorspronkelijk uit Spanje komt.
Gemaakt van gefrituurd tarwedeeg maar soms ook wel van aardappeldeeg. Ze zijn behalve in Spanje ook populair in Latijns-Amerika, Frankrijk, Portugal, Marokko, de Verenigde Staten, Australië, en de Spaanssprekende Caribische eilanden. Er zijn twee soorten churros in Spanje. De ene is dun (en soms geknoopt) en de andere is lang en dik (porra).

donderdag 8 november 2012

Fuendetodos & Francisco Goya

Collectie: Real Academia de Bellas Artes de San Fernando, Madrid
Als je in Aragón
van Belchite naar Cariñena rijdt kom je langs het  - minder dan 200 inwoners tellende - dorpje  Fuendetodos.  De weg is hier niet al te breed, de omgeving is bergachtig en het landschap is op enkele boompjes na kaal. Een windmolenpark, elektriciteitsmasten en andere installaties van de elektriciteitsmaatschappij Iberdrola ontsieren de horizon. Jammer, want het kleine - op 750 meter hoogte gelegen - plaatsje is op zich niet onaardig.


De naam van dit dorp
is te danken aan een oude bron, de Fuente Vieja (de bron van alle). In de veertiende eeuw was het dorp familie-eigendom van Fernandez de Heredia, bekend als de graaf van Fuentes. De bevolking is van oudsher gericht op landbouw en de veeteelt van schapen en geiten. Ook waren er in de directe omgeving eeuwenlang steengroeven in gebruik. 


Maar de ruim 20.000
toeristen die het dorp jaarlijks bezoeken, komen voornamelijk voor de sporen uit het verleden van de beroemde Spaanse schilder “Francisco Goya”. Hij werd op 30 maart 1746 in Fuendetodos geboren en is met stip de grootste zoon van het plaatsje.



Het hele gebied
is uitgeroepen tot “Territorio Goyesco”. Broodjes, worstjes en menu’s dragen de naam van de artiest. Middelpunt is het geboortehuis van de schilder, thans een museum. 
Francisco Goya werd dan wel geboren in Fuendetodos, hij groeide op in Zaragoza en werd op 13-jarige leeftijd leerling van een kunstenaar, José Luzán, een vriend van zijn vader.  Goya trouwde in 1773 met Josefa Bayeu, de zus van Francisco Bayeu, die inmiddels zijn leermeester was geworden.

Francisco Goya
was vooral portretschilder van de Spaanse Koninklijke familie. Zo was hij hofschilder van Karel IV van Spanje en schilderde hij ook Ferdinand VII van Spanje. De Spaanse Inquisitie was in die tijd machtig en bemoeide zich ook met Goya's werk. Goya maakte naast de schilderijen van hoge geestelijken ook etsen die hij in grote oplagen drukte en die verhandeld werden in vele steden, ook buiten Spanje. Onder andere in zijn serie etsen Los Caprichos liet hij zijn afschuw zien voor de corrupte heerschappij van met name de kerk, waar hij niettemin veel voor werkte. Nadat het leger van Napoleon Spanje bezette, trok hij zich terug in de Quinta del Sordo (De villa van de dove).


Het geboortehuis van Goya 
Ook de bloedige Napoleontische invasie
vanaf 1808 heeft zijn sporen nagelaten in de werken van Goya: van 1810-1814 maakte hij een serie etsen, Los desastres de la guerra (De gruwelen van de oorlog), waarin hij de gruwelen weergaf die aan beide kanten werden begaan. Na het vertrek van de Fransen, die tevergeefs hadden getracht de verworvenheden van hun revolutie te exporteren, kwam het repressieve Spaanse Koninklijke regime weer terug. Hij keerde zich daarvan af, ging in Frankrijk in vrijwillige ballingschap en stierf uiteindelijk op 16 april 1828 in Bordeaux. 

In 1901
werd zijn stoffelijk overschot naar Spanje overgebracht en in 1919 bijgezet in de Ermita de San Antonio de la Florida in Madrid.

Collectie: Museo del Prado, Madrid

Los fusilamientos del tres de mayo
De felle burgeropstand in mei 1808 in Madrid werd op doek vastgelegd door Francisco Goya. Goya hoopte dat de Fransen vrijheid zouden brengen en schilderde in 1814 uit teleurstelling het schilderij “Los fusilamientos del tres de mayo”. Het was een aanklacht tegen deze mensonterende gebeurtenis. 


Fuendetodos
had vanaf de achttiende-eeuw een ijsindustrie, bestaande uit 22 neverones. Stenen constructies waarin sneeuw werd opgeslagen om het in de zomer als koelijs op de markt in Zaragoza te verkopen. De overblijfselen vind je nog rondom het dorp, slechts één Nevero is vrijwel intact gebleven de “Culroya”.

Bron: Wikipedia 

donderdag 18 oktober 2012

En de boer, hij ploegde ……..


Een schaapherder
is aan het einde van de dag op weg naar de schapenstal. Doordat het houden van schapen momenteel niet erg profijtelijk is, zie je dit tafereel steeds minder in Spanje. Je ziet dan ook overal lege en vervallen schaapskooien en vooral steeds minder traditioneel gehouden schapen en geiten. Met grote gevolgen voor vogels die afhankelijk zijn van deze kudden zoals koereigers en gieren.


Maar er is nog iets
wat niet meewerkt voor de schaapherder. Of het nu door de crisis komt of door iets anders, overal zijn ze het land aan het omploegen. Woeste grond die nooit voor landbouw is gebruikt moet er nu aan geloven. Met eveneens vervelende consequenties voor bijvoorbeeld de steppevogels, zoals de grote en kleine trap en diverse leeuweriksoorten.


Ook laten ze de grond
niet meer onbenut liggen. Vrijwel onmiddellijk na de oogst gaat de ploeg over het land. Als je momenteel rond toert door het boerenland van Spanje dan lijkt het wel of iedere boer bij de aankoop van twee nieuwe overals een tractor heeft gekregen. Het zijn vrijwel allemaal nieuwe trekkers van topmerken, zoals John Deere.

Voor de schapen en geiten
is er natuurlijk weinig te grazen op die godvergeten kale akkers. 

donderdag 2 februari 2012

Pendelende Kraanvogels

De zwarte roodstaart die op ons overdekte terras overnacht is een goede voorspeller gebleken, want de winter heeft aan de Costa-Blanca toch nog toegeslagen. De verwachting voor de komende week is nog meer kou en vanaf morgen zelfs nachtvorst langs de Middellandse zeekust. 
In de rest van Europa is het nog veel kouder en dat heeft tot gevolg dat veel vogels - zoals de kraanvogels – waarvan een deel al was vertrokken naar het noorden, weer terug komen naar het nu niet zo warme zuiden. Weer honderden kilometers vliegen onder vaak barre en risicovolle omstandigheden.
De kraanvogels uit het Drentse Fochteloërveen, zijn al weer terug in Nederland en hebben zelfs al gebaltst. Of ze blijven of dat ze toch weer vertrekken kun je volgen op het laatste nieuws van  de Werkgroep Kraanvogel. 
Nieuws over de trekroutes kun je vinden op de pagina van de Werkgroep European Crane Je kunt de overnachtingplaatsen op de interactieve kaart aanklikken en zien hoeveel vogels er op een bepaalde datum op een bepaalde plaats aanwezig waren. Zo waren er op 24 februari 2011, 114.105 kraanvogels in het Spaanse Gallocanta in de provincie Zaragoza, een nieuw record voor deze plaats. De aantallen van het overwinteringseizoen 2011-2012 in Gallocanta zijn - tot nu toe - beduidend minder.
In Extremadura zijn de aantallen van het seizoen 2010-2011 en 2011-2012 gelijk, ongeveer 35.000 vogels. Maar in Extremadura lijken ze me veel moeilijker te tellen dan in Gallocanta waar ze allemaal samen komen in de Lagune en dus vrij makkelijk te tellen zijn. Terwijl ze in Extremadura over een veel groter gebied verspreidt zitten en er ook een gedeelte in de aangrenzende provincie Ciudad Real van de Comunidad Castilla-La Mancha verblijft.
Dat het verblijf van die duizenden kraanvogels ook tot conflicten leidt, kun je lezen in een artikel van de Belgische Knackwaarin boeren zich beklagen over de grote aantallen kraanvogels en de vele bezoekers die dat aantrekt.

Soms gaan de kraanvogels ook zelf een conflictje niet uit de weg. 



Hoewel ik me kan voorstellen dat niet iedere boer blij is met zoveel kraanvogels en de duizenden toeristen die er op af komen, laat men deze vogel hopelijk nog lang ongemoeid.



Want wat is er mooier dan een groep kraanvogels tegen de avondlucht. 



In het oosten van Nederland werden op 31 januari honderden overtrekkende kraanvogels gezien, afkomstig uit Duitsland. Zij trekken weg naar Frankrijk en wellicht nog verder, naar Spanje. Zo’n 15.000 kraanvogels proberen het de laatste jaren ‘s winters zo lang mogelijk uit te houden in Duitsland, maar de sneeuwbedekking daar maakt het de kraanvogels onmogelijk om nu nog voedsel te vinden.

donderdag 26 januari 2012

Hij zit er nog steeds


Hoewel we dit jaar nog nauwelijks winter hebben gehad en je tot een uur of drie de deuren open kunt laten staan omdat het buiten warmer is dan binnen, is de winter voor de vogels toch nog niet helemaal voorbij. Iedere nacht slaapt de Zwarte roodstaart (Phoenicurus ochruros) nog op een smal richeltje van de balken op het overdekte terras. En zolang hij dat doet, en nog niet vertrokken is, moet er normaal gesproken nog iets van winter komen.


Om opmerkingen over de stierenkop te voorkomen, ik ben geen voorstander van stierenvechten maar weet ook dat door het verbieden van stierengevechten het prachtige ras van de Spaanse vechtstier zal uitsterven. Lees Argumenten voor en tegen stierenvechten op Wikipedia



De Zwarte roodstaart levert op zijn beurt het dagelijkse gevecht om voedsel. Deze ca. 15cm. grote vogel leeft van insecten en vruchten. Het is een trekvogel met een sterk uiteenlopende habitat. Sommige leven in oude steden en dorpen of op industrieterreinen en in ruïneuze gebouwen. Anderen op afgelegen kliffen en in bergkloven ver van stedelijke invloeden. Nu ik de tekst terug lees hoop ik niet dat hij het overdekt terras heeft uitgekozen omdat mijn huis een ruïneus gebouw zou zijn. 


zaterdag 14 januari 2012

Witkopeend (Oxyura leucocephala)


Het begint vervelend te worden maar er komen helaas steeds meer zeldzame vogels, ook de Witkopeend staat op de internationale rode lijst als bedreigde diersoort. Aan het begin van de 20ste eeuw waren er nog 100.000 witkopeenden terwijl dit aantal in 1991 werd geschat op 19.000. Tussen 1990 en 2007 is de populatie waarschijnlijk verder afgenomen tot minder dan 10.000 exemplaren. In Italië, Frankrijk, Hongarije, de meeste Balkanlanden, Israël en Egypte is de soort uitgestorven. 62% van de overgebleven populatie overwintert in Turkije. Maar er is nog een ander probleem, de aan de Witkopeend verwante Rosse stekelstaart uit Amerika heeft zich gevestigd als exoot in Europa. Doordat deze Rosse stekelstaart in de vrije natuur hybridiseert met de zeldzame Witkopeend, dreigt deze nu uit te sterven. Er worden daarom plannen gemaakt om de Rosse stekelstaart in Europa te gaan bestrijden. Voor jagers die het niet zo nauw nemen is de Witkopeend een willige prooi, hij vliegt niet gemakkelijk op en zoekt eerder zwemmend dan vliegend naar dekking. 



De Witkopeend is een vogel uit de familie Anatidae (Zwanen, ganzen en eenden). Een volwassen exemplaar is ongeveer 45 centimeter groot en is daarmee iets kleiner dan de Wilde eend. De woerd heeft een zwarte kruinstreep en een zwart omrand oog en voor de rest een zuiver witte kop. Hij heeft in de broedtijd een grote, aan de basis gezwollen lichtblauwe snavel. De borst, flanken en rug zijn lichtbruin. Het vrouwtje heeft een dofbruin verenkleed. De witkopeend lijkt erg op de – kleinere - Rosse stekelstaart en verschilt daarvan door zijn opvallend grote snavel.

Plaatselijk kun je hem in Spanje nog aantreffen, zoals dit exemplaar wat ik in de provincie Cádiz kon fotograferen. In Nederland en België komt hij een enkele keer als dwaalgast voor, ook onlangs is er in Nederland op de Reeuwijksche Plassen een Witkopeend gespot. 


zaterdag 31 december 2011

Met dank aan Willem Bil



De geoogste rijstvelden in de Marjal de Pego-Oliva zijn rommelig en nat. Door de - tot nu toe - warme winter zijn er veel muggenlarven en andere insecten. Honderden water en zangvogels – waaronder veel trekvogels - kunnen er voedsel vinden. Er zijn ook veel karpers en rivierkreeften achtergebleven op de velden. Soms, als een bruine kiekendief het riet afstruint, zie je tientallen kleine zilverreigers en koereigers de lucht in gaan om iets verder weer neer te strijken. Op de droge stukjes van de natte velden zie je witte en gele kwikstaarten, gras en waterpiepers, rietgorzen, rood en blauwborsten. Soms zie je in een flits een ijsvogel voorbij spurten. Hoog in de lucht staat een dwergarend en later op de dag zal ik nog een visarend zien die op een onbereikbare mast zit te foerageren. Tussen het riet verschuilen zich waterhoentjes, waterrallen en purperkoeten. In de bomen zitten torenvalken en hele kolonies tetterende spreeuwen. Als je naar de vogels kijkt zie je dat ze regelmatig een blik op de lucht werpen, beducht voor de roofvogels die constant patrouilleren en soms meedogenloos toeslaan. Ja, er is in deze tijd van het jaar veel te zien in de Marjal.    




De Blauwborst (Luscinia svecica) is een leuk vogeltje die je alleen maar in de winter in de Marjal de Pego-Oliva ziet en dan natuurlijk in zijn winterjas, ik heb hem zelfs nog nooit in de spetterende kleuren van zijn zomers pak gezien iets wat ik wel jammer vind. Ik richt me deze dag dan ook zoveel mogelijk op de blauwborst want straks is hij weer weg. Daar komt bij dat het gelukkig een beetje bewolkt is waardoor de foto’s niet van die harde contrasten hebben.



Als ik thuis kom en 's avonds de foto’s bekijk zie ik dat er foto van een blauwborst met een ringetje bij zit. Ik probeer het ringetje te ontcijferen maar dat is nog een hele klus. HEM – LLAND - 008 kan ik uiteindelijk lezen. LLAND zouden ze in Nederland, HOLLAND op de ring zetten? Ik weet het niet en na op internet een vogelringstation te hebben opgezocht kom ik terecht bij Vogelringstation (VRS) Menork in Lippenhuizen, Friesland . Een schot in de roos want daar is de zeer behulpzame Willem Bil - ringer 441 - aan verbonden die me anderhalve dag later laat weten dat de blauwborst afgelopen september is geringd in Nationaal Park de Groote Peel op de grens van Brabant en Limburg. Lees het hele verhaal op de site van Vogelringstation Menork.   Dank je, Willem!



zondag 30 oktober 2011

Veel regen op het Iberisch schiereiland


Er is de afgelopen week heel wat regen gevallen in Spanje en Portugal. Jammer genoeg gaat die overvloedige regenval meestal hand in hand met menselijk leed – twee mensen verdronken aan de Costa-Blanca - en materiële schade. Maar de regen was wel heel hard nodig na de vele maanden van droogte. Ook de tientallen bosbranden in Portugal zijn nu vrijwel allen gedoofd. Ik verwonder me er trouwens over dat er überhaupt nog bos is in Portugal want al jarenlang staat iedere zomer de boel in brand, in Spanje ook trouwens maar gelukkig niet in die mate.

De boeren zijn in ieder geval dankbaar dat er fris nieuw groen opkomt, zodat hun kuddes weer wat te kauwen hebben.

dinsdag 6 september 2011

Grauwe gors (Miliaria calandra)


Nooit, maar dan ook nooit zal de Grauwe gors met zijn zang een talentenjacht winnen. Hij doet weliswaar zijn uiterste best en gaat er helemaal voor, maar het klinkt nergens naar. Tenminste voor mij dan, op de site van Aviflevoland kun je zijn zang horen, misschien vinden jullie het wel mooi.

  
Zelf vind hij het in ieder geval wel geweldig want hij gaat goed in het zicht zitten zingen, terwijl andere vogels die wel prachtig zingen - zoals de Nachtegaal – zich verbergen in het bladerdak.

Maar dat duidelijk in het zicht zitten zingen heeft ook een andere reden. De Grauwe gors is een polygame soort en paart met meerdere vrouwtjes, ze zetten hun zang voort om hun territorium tegen indringende mannetjes te verdedigen en dat lukt natuurlijk nooit met een prachtige welkomstlied.

In Spanje is het een vrij algemene broedvogel, in Nederland echter is de Grauwe gors zeldzaam geworden. In 1997 waren er ongeveer 130 broedparen, dit aantal is waarschijnlijk jaarlijks met ca. 5% afgenomen. Tegenwoordig broedt de Grauwe gors op een enkele uitzondering na in Nederland alleen nog in Limburg en Zeeuws-Vlaanderen.  In Vlaanderen waren er in 2005 rond de 150 broedparen. De Grauwe gors staat daardoor als ernstig bedreigd op de Nederlandse rode lijst en als bedreigd op de Vlaamse rode lijst. Beide seksen hebben hetzelfde verenkleed, maar de mannetjes zijn ongeveer 20% groter dan de vrouwtjes.
Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...