maandag 30 september 2013

Flanders Fields, HILL 60


Hill 60 is een kunstmatige heuvel van circa 60 meter hoog en 230 meter lang en is gelegen langs de spoorlijn bij het dorp Zillebeke - gemeente Ieper - in de Belgische provincie West-Vlaanderen. Hill 60 is opgebouwd uit grond die vrijkwam bij de aanleg van de spoorweg Ieper - Kortrijk, die in 1850 werd aangelegd.

In de eerste wereldoorlog van 1914 tot 1918 was Hill 60 – zo genoemd naar zijn hoogte – een waardevolle stelling, die uitkeek over Ieper en directe omgeving. Ze werd op verschillende tijdstippen ingenomen door Franse, Britse en Duitse troepen. Ze was gedurende meer dan twee jaar in Duitse handen. 

Terwijl de Britse troepen de loopgraven bezetten, groeven Britse, Canadese en later Australische compagnieën tunnels onder Hill 60. Uiteindelijk werden, vlak voor dageraad op 17 juni 1917, 19 mijnen tot ontploffing gebracht – totaal 24.267 kilo springstof - langs de Duitse loopgraven aan de Mesenboog. Dit betekende het startsein voor de Slag om Mesen. 

Meer dan 650 Duitsers werden gedood door de mijnen voordat de Britse 23ste divisie doorstootte en de stelling innam. Ongeveer 17.000 troepen van het Britse Rijk en 25.000 Duitse manschappen verloren het leven of werden gewond in de daaropvolgende strijd. 




De Britten verlieten Hill 60 in april 1918, te wijten aan succesvolle Duitse aanvallen elders langs het front. Hill 60 werd uiteindelijk door de Britse troepen heroverd op 28 september 1918. Deze maand 95 jaar geleden.


Maar het verhaal over Hill 60 is nog niet ten einde, want wie had in 1918 kunnen bevroeden dat de Duitsers in 1939 terug zouden keren. Het Britse oorlogsmonument wat was opgericht na de eerste wereldoorlog voor de gevallenen, werd in 1940 vernietigd door de Duitsers. Een herdenkingsplaat op het herrezen monument herinnerd daar nog aan. Vlak bij het oorlogsmonument staat een herdenkingssteen bij de spoorbaan, ter nagedachtenis van Pierre Marchant en Lucien Olivier. Dit is er over ze te vinden; 


Tijdens de Tweede Wereldoorlog gebeurde op de spoorlijn Ieper-Kortrijk bij Hill 60 iets afschuwelijks. De Duitse manschappen waren gekazerneerd in Ieper en Poperinge. Per trein uit Kortrijk richting Poperinge werden gevangenen en materialen getransporteerd. De trein viel bij Hill 60, op de grens Zillebeke-Hollebeke, stil en moest zoals gewoonlijk op een tweede locomotief die extra trekkracht kon leveren wachten.

Twee Fransen die gevangen zaten in een van de goederenwagons, werden doodgeschoten door de Duitsers. Omwonenden hoorden een paar schoten en 200 meter verderop lagen twee levenloze lichamen. Het ging om Pierre Marchant en Lucien Olivier, die later tot het Franse verzet bleken te behoren. Beide Fransen waren in hun woonplaats La Madeleine bij het station opgepakt, toen er een trein met SS'ers het station binnenreed. Vermoedelijk verdacht van een aanslag, werden ze omsingeld en gevangen genomen en per trein naar België, naar Ieper vervoerd. Werden ze uit de trein gesleurd en geëxecuteerd of waren ze ontsnapt en op de vlucht geslagen toen de trein stond te wachten en neergeschoten? Wat die dag gebeurde zal altijd een raadsel blijven. De twee Fransen werden voorlopig begraven in het dorp Zillebeke. Later werden ze in hun woonplaats herbegraven. Hun dood is deze maand 69 jaar geleden.


In de jaren zestig liet IMOS – een geallieerde oud-strijdersorganisatie gesticht door de Amerikaanse generaal en latere president Eisenhower – een gedenkteken oprichten ter ere van de twee Franse verzetsstrijders. Het gedenkteken staat nabij de spoorwegbrug. Het Lotharings kruis, een kruis met 2 horizontale balken, werd door Generaal De Gaulle uitgekozen als symbool voor de Vrije Fransen, die de strijd tegen de Duitse bezetter en collaborateurs na de capitulatie van Frankrijk in 1940 voortzetten.

maandag 23 september 2013

Gaan we echt massaal aan de insecten?


Ben eens mijn tuintje rondgelopen en het viel niet tegen, ik kwam er veel meer insecten tegen dan verwacht. Is dit wellicht mijn redding in crisistijd? Kan ik zelfvoorzienend worden in mijn behoeften aan proteïnen en vitaminen, ligt er een eigen insectenfarm in het verschiet?

 Als ik de media moet geloven wel, hieronder een selectie;

Het is wellicht even wennen maar nog even en dan eten we “massaal” insecten.
Het vlees van insecten is binnen hooguit enkele jaren te vinden in sauzen en op kant-en-klaar pizza’s. Nu al eten we regelmatig insecten zonder het te weten.

In maar liefst 98 landen staan insecten gewoon op het menu. Tachtig procent van de Wereldbevolking eet regelmatig een portie insecten. In de tropen worden insecten al op grote schaal gegeten, vooral als seizoensproduct. Het gaat om rupsen, sprinkhanen, keverlarven (bijvoorbeeld meelwormen), maar ook om bijen en wespen, wantsen, termieten, mieren, cicaden, en vliegjes.

In Colombia bijvoorbeeld, verkopen ze in de bioscoop geen popcorn, maar geroosterde parasolmieren. Japanners smullen van rijst met gekookte wespen. Dus niet alleen in de tropen worden insecten op grote schaal gegeten maar ook in landen als Japan en China.

In de wereldkeuken zijn volop gerechten te vinden met insecten als ingrediënt. Vers, gedroogd of gewoon uit een blikje. In Zambia belanden rupsen in uien en tomatenstoofpot, in Thailand in de chilipasta. Keverlarven worden in de tropen in hun eigen vet gebakken met wat uien, peper en zout, in Thailand wordt er een gebakken snack van gemaakt. Dat het geen incidenten zijn, blijkt wel uit exportgegevens. Zo wordt in Zuid-Korea de zijderups ingeblikt en verscheept naar de Verenigde Staten, Thailand doet hetzelfde met waterwantsen. Vanuit Zuid-Afrika en Botswana worden jaarlijks honderden tonnen rupsen geëxporteerd. In Nederland beperkt het zich nog tot enkele restaurants en de beroemde rups in een fles Mescal.

Op de wereld zijn circa 1.400 verschillende soorten insecten die voor de mens eetbaar zijn. Omdat insecten zich snel kunnen vermenigvuldigen, liggen hier de grote kansen voor insecten als alternatieve eiwitbron.
 
Van de insecten leeft 24% op het Amerikaanse continent, 24% in Azië, 38% in Afrika en slechts 2% in Europa. Eetbare insecten steken met een gehalte van 40 tot 70 procent aan eiwitten zeer gunstig af bij bijvoorbeeld maïs, dat een proteïnegehalte heeft van slechts 10%.

Vooral de westerse wereld heeft nog altijd moeite met het eten van de kleine diertjes. En dat terwijl in pindakaas toch al 30 insectendelen per 100 gram mee zijn vermalen. Met chocolade worden zelfs 60 insectendelen per 100 gram onbewust meegegeten, terwijl in vruchtensappen gemiddeld 5 fruitvliegeieren en 2 maden meegaan in het productieproces
          




Terwijl ik het bovenstaande liep te overdenken stuitte ik op een Kruisspin (Araneus diadematus) in mijn tuintje. Spinnen zijn geen insecten en deze zou ik dus niet kunnen gebruiken in mijn insectenfarm. Nee, spinnen eten insecten en hij was dus een regelrecht gevaar voor mijn aanstaande voedselvoorraad, net zoals een haas tussen de bloemkool of een slak op de sla. Ik moet hem dus zien te elimineren, maar hoe? Als ik de insectenspuit hanteer komt ook mijn insectenvoorraad om het leven. Als ik met mijn auto door de tuin ga scheuren – zodat hij tegen de vooruit klapt – vernietig ik niet alleen de spin maar ook mijn tuin en auto. Vogels eten spinnen maar ook andere insecten dus dat schiet niet op. Zou ik het eigenlijk wel lekker vinden een knisperende grote tor of een kronkelende vette rups in bladerdeeg? Wat moet er eigenlijk van de tuinvogels worden als ik hun voedsel opeet? 









Nee, ik begin er niet aan, vergeet die insectenfarm ik ga wel naar de Lidl.

zaterdag 21 september 2013

Kapelletjes langs de Weg

Een kapelletje bevat soms slechts een beeldje of afbeelding. Vaak is het niet meer dan een nisje op een kruispunt van wegen of een houten kastje aan een boom, langs een wandelpad of aan een huis bevestigd. Ze zijn de zichtbare uiting van volksdevotie. 


Vaak is het, hoe armer en geïsoleerder de streek des temeer kapelletjes je er ziet. Soms zitten daar hele leuke decoratieve exemplaren tussen, zoals deze van aardewerk uit de Alentejo, Portugal. 


Of je ziet de meer traditionele, zoals dit heilige huisje in de Sierra de Espuña, Murcía, Spanje.

Kapelletjes zijn er in alle soorten en maten, een kapelletje kan zijn: een wegkapelletje, een heilig huisje of een afdak waaronder kruisbeelden of afbeeldingen van heiligen, vaak de heilige Maria, zijn geplaatst.

Men treft ze op allerlei plaatsen aan en hebben meestal voor de lokale bevolking een grote religieuze waarde. Het woord kapel is afgeleid van het Latijnse cappa of mantel, en verwijst naar de mantel van Martinus van Tours, de bisschop van Tours die leefde van 316 tot 397 en bekend werd als Sint-Maarten.

zondag 15 september 2013

Blauwe Reiger, Stand- en Trekvogel



De meeste Blauwe reigers (Ardea cinerea) zijn standvogels (paars op het kaartje); andere verlaten hun broedplaats en trekken naar streken met een milder klimaat. De Blauwe reigers die in het noorden de zomer doorbrengen (oker op het kaartje) trekken vaak al in de zomer langzaam in zuidelijke richting.

In Nederland en België trekt de Blauwe reiger door van half juli tot diep in de winter en in het voorjaar van begin maart tot in mei. Er zijn in Nederland en België vogels die overwinteren, maar er zijn er ook die wegtrekken. Strenge winters kunnen de populatie gevoelige klappen bezorgen.

Officieel is de Blauwe reiger in Spanje en Portugal een wintergast (blauwe plekken op het kaartje). Je ziet dan hele groepen in de lucht – voornamelijk jonge vogels – die hier komen overwinteren. Er zijn in Spanje slecht een paar streken waar de Blauwe reiger een standvogel is (de paarse plekken op het kaartje), maar je ziet hem toch het hele jaar door wel ergens staan of vliegen en soms op de meest rare plekken. Zoals bij een bergbeekje in de Pyreneeën op forellenjacht, of bij een kleine poel in en verder gortdroge omgeving. Sommige vogels trekken nog verder door, tot zelfs naar Zuid-Afrika. 


In de Marjal de Pego-Oliva zie je tijdens de trektijd soms grote groepen Blauwe reigers

De Blauwe reiger gedraagt zich in Spanje heel anders dan in Nederland of België. Vergeet het maar dat hij hier naast een visser gaat staan, om te wachten totdat hem een visje wordt toegeworpen. Uitermate schuw en op hun hoede zijn ze en ze gaan bij het minste of geringste op de wieken. De reiger heeft een matig snelle vlucht met langzame, zware en diepe vleugelslagen, maar soms wordt ook een kleine zweefvlucht uitgevoerd. De nek is hierbij S-vormig ingetrokken en de poten steken achter het lichaam uit.


Ze zoeken zijn hun eigen kostje wel bij elkaar, zoals deze jonge reiger die een rivierkreeft te pakken heeft.

Vissen van 10 tot 16 cm lengte vormen de hoofdschotel van het menu van de Blauwe reiger, zoals voorn in rietvelden, forellen in stromend water, maar ook stekelbaars, paling, baars, snoek, grondel, zeelt, alver, karper en brasem. Verder eet hij amfibieën, reptielen, insecten, wormen, rivierkreeften, slakken, steurgarnalen en jonge vogels. En ook wel kleine zoogdieren als mollen, ratten, veldmuizen, waterspitsmuizen en konijnen.


Er is iets mysterieus aan de blauwe reiger en als je zijn diepe, rauwe "schraatsj" in de vlucht hebt gehoord, weet je wat ik bedoel. 

Er is al veel geschreven over de gespannen verhouding tussen de blauwe reiger en de mens. Over de rivaliteit tussen de vogel en de beroepsvisser, over de vervelende gewoonte van de vogel om met zijn uitwerpselen de bomen wit te kalken, bladerloos te maken en de grond te besmeuren en over de stank van over de nestrand gevallen visresten. In vroeger tijden werden de kolonies makkelijk het doelwit van verstoring en stroperij. Reigers werden gegeten en vormden de Koninklijke prooien van de valkerij. Hendrik VIII van Engeland in hield in 1532 een feestmaal, waar 440 reigers werden geserveerd.

Ondanks dat de Blauwe reiger in Nederland een veel voorkomende vogel is loopt de populatie in sommige streken terug. Zo schrijft Sovon op  26 augustus jl.;  
Neergang Blauwe Reiger in Twente zet door
De afgelopen winters hebben sporen achtergelaten in de kolonies van de Blauwe Reiger. De terugval in 2009 bedroeg 18,5 %, in 2010 ongeveer 17 % en in 2011 was er een stabilisatie. In 2012 bedroeg de achteruitgang 14 % en dit jaar 15 %. De Twentse populatie is daarmee vergeleken met 2008 in vijf jaar tijd meer dan gehalveerd.

Onder normale omstandigheden kan de Blauwe reiger gemiddeld 25 jaar oud worden.

woensdag 11 september 2013

Het zijn niet alleen Mannen die Schaapherder zijn


Vooral in de economisch wat achtergebleven streken van Spanje en Portugal kom je ze regelmatig tegen, herderinnetjes. Maar niet het romantische type herderinnetje wat je in gedachten schiet bij het woord ervan of één uit een sprookje van Hans Christian Andersen. Dit zijn echte herderinnen, stoere vrouwen die dagen alleen vergezelt van hun honden, schapen en geiten over de vlaktes trekken. Die een woord wat ze nauwelijks kennen ‘emancipatie’ al in praktijk brachten toen de meeste mensen er noch niet van gehoord hadden. 


Ze hebben altijd een tas, mand of rugzak bij zich, voorzien van wat proviand, zalfjes en geneesmiddelen voor de schapen en geiten. Omdat er geen man in de buurt is en ze toch ergens tegen moeten sputteren is de hond vaak het slachtoffer.

Het hoeden van schapen was van oorsprong een rendabele manier om van de verder onbruikbare woeste gronden te profiteren. Maar om vandaag de dag je schaapjes op het droge te krijgen is een hele opgave.

zondag 8 september 2013

Embalse de la Sotonera, een Spaarbekken


Embalse de la Sotonera, is een moerasachtig spaarbekken gelegen in de Aragonese comarca Hoya de Huesca. Het beslaat 1.840 hectaren en valt onder de haast 300 inwoners tellende gemeente Alcalá de Gurrea. Het wordt ook wel Pantano de la Sotonera genoemd. 


Het stuwmeer werd opgeleverd in 1963 en heeft een capaciteit van 189 Hm3, oftewel 189.000.000 m3 water. Op 03-09-2013 stond er 140 Hm3 in het meer en dat is heel veel water aan het eind van het zomerseizoen. Dat blijkt ook wel, want het 10 jaars gemiddelde van dezelfde week bedraagt slechts 79 Hm. Het water in het meer heeft een gemiddelde diepte van 10 meter en een maximum van 30 meter. Embalse de la Sotonera is de oorsprong van het Monegros Kanaal, één van de meest fundamentele kanalen van het landbouw irrigatiesysteem in Hoog Aragón.


Het water in het spaarbekken wordt aangevoerd door de rivieren río Sotón en río Astón en sinds kort ook door de río Gállego, een van de belangrijkste rivieren van Hoog Aragón. Het reservoir is van internationaal belang voor trekvogels, in het meer bevinden zich amfibieën, schildpadden en tweekleppige weekdieren en natuurlijk veel vis. Waaronder snoekbaars, meerval, karper, snoek, paling, grondel, sneep en barbeel. Rond het meer vind veel recreatie plaats, niet verwonderlijk want vanaf hier is het ver naar de kusten van zowel de Middellandse zee als de Golf van Biskaje en ook hier kun je heerlijk verkoeling vinden.  



Er is dan ook een nautische club, er zijn restaurants, bars en campings. De strandjes zijn van zand en er is zelfs een eigen strand voor de nudisten onder ons. En de hengelaars komen natuurlijk volop aan hun trekken met zoveel verschillende soorten vis in het spaarbekken.

En als de zomer voorbij is zijn het de vogels – waaronder duizenden kraanvogels – die gebruik maken van dit fijne waterrijke plekje in een verder droge omgeving. 

Hier kun je Embalse de la Sotonera op de kaart vinden en hier is het vervolg.

woensdag 4 september 2013

Rook in de Sierra de Cardó-el Boix

In de verte stijgt een rookpuim op van de Sierra de Cardó-el Boix, een gebergte gelegen achter de Ebro-Delta. Er is voor de zoveelste keer een bosbrand uitgebroken.


Niet lang er na komt er een geel vliegtuigje langs de bergen aanvliegen. Het is een sproeivliegtuig wat normaal gebruikt wordt voor het verstuiven van pesticiden of meststoffen. Soms ook voor "hydroseeding", het sproeien van water waarin zaadjes zijn vermengd. Dit wordt bijvoorbeeld gebruikt voor het inzaaien van rijstvelden, en die zijn er volop in de Ebro-Delta.     


Het sproeien vanuit de lucht vereist een speciale techniek. De piloot moet met de juiste snelheid zo laag mogelijk over het veld vliegen, op slechts enkele meter hoogte, om het afdrijven van het verstoven product zo veel mogelijk te voorkomen. Aan het einde van het veld moet de piloot op tijd de sproeier uitschakelen en snel optrekken om obstakels zoals bomen, telefoon- of hoogspanningslijnen, gebouwen, etc. rond het veld te vermijden, omkeren, en een nieuwe doortocht maken die precies moet aansluiten bij de vorige. Het zijn dus uitermate behendige piloten die deze vliegtuigen besturen, en dat is ook te zien aan deze piloot. Die gebruikt zijn vliegtuig in dit geval niet om pesticiden te verstuiven maar als blusvliegtuig.


Het vliegtuigje vliegt tussen de huisjes en de palen van de zeevrucht kwekerijen door, scheert over het water, vult zijn tanks met bluswater en vliegt weer door. Dat lijkt niet zo moeilijk maar er is maar weinig ruimte en er zijn veel obstakels, zoals de huisjes en de palen, drijfhout, bootjes en grote groepen flamingo’s en andere watervogels. Met bewondering stond ik het gebeuren dan ook gade te slaan. 

En de brand? Die hadden ze gelukkig snel onder controle.

zondag 1 september 2013

Portugal, April 1974


Via het Spaanse ‘Fuentes de Oñoro’ komen we de grens met Portugal over. Onderweg ontmoeten we schaapherders, pure eerlijke mensen die zich maar wat graag laten fotograferen en het fijn vinden om met handen en voeten een praatje te maken. Ze leiden een hard, karig en eenzaam bestaan en kunnen zich alleen maar schikken in hun lot. Welke wordt beïnvloed door dierziekten, vlees en wolprijzen en de elementen. 


Net zoals wij, zijn ze op dat moment onkundig van het feit dat nog dezelfde maand de Anjerrevolutie (Revolução dos Cravos) zal uitbreken. Het autoritaire bewind van Marcello Caetano - de opvolger van António de Oliveira Salazar -, waartegen vanuit verschillende groeperingen van een steeds verder verarmend land oppositie is gevoerd, zal dan worden gedwongen zijn machtspositie op te geven.

Als je nu in Portugal komt, staat de ontwikkeling van sommige streken voor mij dichter bij het moment dat de Anjerrevolutie uitbrak dan bij het jaar waarin we leven. En dit ondanks de Europese steun die Portugal heeft genoten en het feit dat we haast veertig jaar verder zijn.

Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...