Het is dat ik bij het hol een plukje wol zag liggen, anders was ik er voorbij gelopen. Nadat ik op een afstandje was gaan liggen kijken zag ik eerst een paar pootjes, toen een neusje, een konijntje sprong eruit en later werden het er twee.
Het Wilde Konijn (Oryctolagus cuniculus) is een leuk diertje om te zien en is de voorouder van het tamme konijn. Het beestje heeft als prooidier geen gemakkelijk bestaan en ook de typische konijnenziekten eisen hun tol. Het diertje waagt zich zelden verder dan 500 meter van zijn hol. Het wilde konijn weet zich goed aan veranderende omstandigheden aan te passen en is over de hele wereld –met uitzondering van de tropen - verspreid, vaak door toedoen van de mens. Het leeft bij voorkeur op zanderige gronden, waar ze leven in een uitgebreid ondergronds gangenstelsel met o.a. aparte kraamkamers. Verder laten ze ook hun uitwerpselen in een vaste hoek achter, iets wat ook de tamme konijnen nog steeds doen. Het konijn leeft in familiegroepen met een eigen territorium. Deze groepen bestaan uit een ram met meerdere voedsters en bijbehorende jongen. Ze leven in strikte hiërarchie en de dominante dieren eisen steeds het beste voedsel en de beste schuilplaatsen op. Jonge rammen worden meestal uit de groep verjaagd en wanneer ze geen aansluiting vinden bij een andere groep, leven ze hun leven lang solitair.