donderdag 27 maart 2014

Alentejo, witte huisjes en oude vrouwtjes

De originele naam "Além-Tejo" betekent "over de Taag". Deze in centraal zuid van Portugal gelegen regio is met zijn zacht glooiende heuvels en vlaktes, de kleine dorpjes met witte huisjes en zonovergoten velden veel vriendelijker dan de in het noorden en noordoosten gelegen regio’s. Met zijn 31.551 km² is Alentejo iets kleiner dan Nederland, maar met slechts 758,739 inwoners (2011) dunbevolkt.


Het is de regio met de oudste bevolking van Portugal, 22,9% is 65 jaar of ouder, terwijl het landelijk gemiddelde op 17,5% ligt. De verdeling is 49% mannen en 51% vrouwen. Je ziet dan ook overal oude vrouwtjes die de dagelijkse klusjes verrichten. Onder de inwoners ouder dan 60 jaar is het analfabetisme nog steeds hoog.

maandag 17 februari 2014

Naar het land van Don Quichotte


Vorige week naar Castilla la Mancha, het land van Don Quichotte, geweest. Dat was geen onverdeeld genoegen. Op een gegeven moment begon ik me zelfs een beetje een Don Quichotte te voelen. Niet vechtend tegen windmolens maar tegen de storm die over de Spaanse hoogvlakte raast en die kou, regen en natte sneeuw meevoert. De meeste dagen is het grijs en had ik net zo goed zwart wit foto’s kunnen maken, kleuren zijn verdwenen uit het landschap. Het doet me denken aan vroeger als je buiten wilde spelen maar door de regen verplicht opgesloten zat op je kamertje, kijkend naar de regendruppels die van het raam af sijpelden. Nu zie ik de regen tegen de ruiten van mijn campertje slaan, die hevig staat te schudden in de wind. Geen mens te bekennen, geen boer op het land.


In nationaal park “Cabañeros” – gelegen in de provincies Ciudad Real en Toledo - is het even droog maar komt de volgende bui er al weer aanzetten. Ik ben hier heen gegaan om monniksgieren te fotograferen, maar een buizerd en een torenvalk zijn de enige roofvogels die ik zie. Zonde!, want behalve monniksgieren kun je hier de keizersarend, de zeldzame pardellynx en de otter tegenkomen. Alleen nu even niet, niets maar dan ook niets laat zich zien in de lucht of op de grond. Behalve een stel ooievaars die staan te kleumen op een kerktoren.


De eerste plek waar ik heen rijd is de reserva natural de la “Laguna Del Hito” De lagune is gelegen in de provincie Cuenca en valt onder de gemeente El Hito en Montalbo. Het water van de lagune is zout en trekt in de winter diverse eendensoorten, steltlopers en duizenden meerkoeten. In de omgeving zitten ook veel steppevogels. In de winter verblijven er honderden kraanvogels die op de omringende akkers foerageren, ook zijn er veel ooievaars te vinden. Landschappelijk is voor mij de directe omgeving niet zo fraai en je kunt na de regenval niet dicht bij de lagune komen. Het is een beschermd gebied maar dat belet de gemeente Montalbo niet om er vlakbij vuil te storten. Of het door het weer komt, ik weet het niet maar ik word er ondanks de honderden kraanvogels een beetje depri van. Verder dus maar naar de in de provincie Ciudad Real gelegen plaats Pedro Muñoz.


Rond de plaats Pedro Muñoz liggen een heel stel lagunes, waarvan de laguna de Manjavacas – compleet met kijkhutten - de belangrijkste is. De lagune valt onder de gemeente Mota del Cuervo – gelegen in de provincie Cuenca - en is van groot belang voor watervogels en steppevogels. De lagune ligt op 670 meter boven de zeespiegel en is circa 230 hectaren groot. In het water zit 10 tot 34 gram zout per liter, afhankelijk van het seizoen. De temperatuur van de omgeving gaat van 14 graden onder nul in de winter tot boven de 40 graden in de zomer. In de lagune zit een kolonie flamingo’s en veel soorten eenden, waarvan de witkopeend de bijzonderste is. Ook zijn er sterns en steltlopers en in de omgeving komt onder andere de kleine trap voor.


De laguna de Manjavacas is omgeven door wijngaarden en ligt in een aantrekkelijk omgeving. La Mancha is het grootste aaneengesloten wijngebied van Europa, hoewel de Franse Languedoc dat ook pretendeert. Hier ga ik zeker naar terug, ook omdat ik in mijn campertje uitstekend kan overnachten op het parkeerplein van Pedro Muñoz en je daar ook een uurtje vrij kunt internetten. Want campings vind je nauwelijks in het binnenland en al helemaal geen campings die open zijn in februari. Als ik naar huis bel hoor ik dat het prachtig weer is aan de kust. Hier staat een stormachtige wind, als ik ’s morgens wegrijd uit Pedro Muñoz zie ik een vale gier op de schoorsteen van een boerenhuisje zitten, als ik tegen de avond terug kom zit hij er nog. Gieren vliegen blijkbaar niet bij harde wind.


De laatste lagune die ik bezoek is de laguna salada de Pétrola, bij het plaatsje Pétrola in de provincie Albacete. Ook deze lagune heeft zout water en is net als de andere lagunes erg belangrijk voor watervogels, vooral in een droog land als Spanje. Hoewel er van dat droge even niets is te merken. Ook hier heb ik prima overnacht, vlakbij de kazerne van de Guardia Civil, en hier zelfs twee uur gratis internet. Wat een luxe voor een plaatsje met net over de zevenhonderdvijftig inwoners. Als ik de volgende morgen wakker word zie ik dat van de oude bomen langs de weg er ’s nachts – door de harde wind – allemaal takken zijn afgebroken. De weg ligt er vol mee, gelukkig niet op mijn camper.   


De Laguna Salada de Pétrola ligt op een hoogte van 860 meter boven de zeespiegel en is 343 hectaren groot. Soorten die je hier aantreft zijn onder andere de zeldzame witkopeend, krooneenden, wintertaling, kluten en diverse soorten steltlopers en plevieren. Ook hier een kolonie flamingo’s en in de omgeving de grote en kleine trap.


Op mijn tablet zie ik dat de weersverwachting voor Castilla la Mancha onveranderd slecht blijft. Het is jammer maar ik besluit om maar weer richting kust te rijden, iets voorbij Ayora rijd ik de Comunidad Valenciana binnen. De hemel is strak blauw maar de het stormt nog steeds. Zodra ik in de gelegenheid ben, ga ik het rondje Castilla la Mancha zeker nog een keer maken. Maar alleen dan als de gieren kunnen vliegen. 

zaterdag 25 januari 2014

De laatste der ……..


In 2004 had hij nog een redelijk grote kudde, als hij passeerde dan stond je stof te happen. De tientallen schapen- en geitenpootjes deden het stof opdwarrelen. Hij liep met ferme pas zijn trouwe hond aan zijn zijde, toch was hij toen al 75 maar dat wist ik niet. Ik vond het eigenlijk maar vervelend als hij aankwam, je moest wachten tot hij voorbij was en dat kon lang duren. Ik had hem eigenlijk nooit aangesproken, geen tijd ik wilde vogels fotograferen. Hij was toen niet de enige in de Marjal die met een schaapskudde liep, er waren er meer. Op verschillende plaatsen stonden stallen waar de schapen en geiten in overnachten. Het was een leuk gezicht, de koereigers die meeliften op de ruggen van de dieren. Uitkijkend naar opvliegende insecten en niet bang voor de herder. 


En nu 10 jaar later? …. In de loop van de jaren zijn ze verdwenen de schaap- en geitenkudden, alleen in de zomer loopt er nog één buiten hem. Want hij loopt er nog steeds en ik heb hem eindelijk eens aangesproken. 85 jaar is hij nu verteld hij stralend, en ja zijn gezondheid is nog uitstekend. 40 jaar loopt hij nu met zijn kudde in de Marjal en 45 jaar woonde hij in Andorra in de Pyreneeën, daar is hij ook geboren. Als ik vraag of hij nog wel eens naar Andorra gaat, is het antwoord: een heel enkele keer, maar meestal komen mijn broers hier naar Pego want ik kan de dieren moeilijk alleen laten. Die dieren, daar zijn er in de loop van de jaren nog maar een paar van overgebleven. Geiten heeft hij niet meer, een paar schapen en een nieuwe hond is alles wat er is overgebleven. Het loont niet meer, er is steeds meer woeste grond in gebruik genomen als landbouwgrond en dus is er minder te grazen voor de dieren.


Hoe is het met de dieren in de Marjal vraag ik hem, zijn er meer of minder dan vroeger? Volgens hem zijn het er veel minder en komt dat door het verdwijnen van de woeste grond en de te grote jachtdruk. De hele winter zijn ze aan het schieten en niet alleen schieten ze de prooidieren weg en de vogels uit de lucht, maar ook verknallen ze de rust die overwinterende vogels nodig hebben. Ook zijn er door het gebruik van het landbouwgif, wat ze over de rijstvelden uitsproeien, nu veel minder insecten. Waardoor er een voedselschaarste is. Jammer dat ze een dergelijk mooi stukje natuur zo slecht beheren. En verder loopt hij weer met zijn enkele overgebleven schapen en zijn hond. Een plastic vat meedragend waarop hij straks gaat zitten als zijn schapen een begraasbaar plekje hebben gevonden. 

maandag 20 januari 2014

Mogen Zigeunerjongetjes geen brood eten?


Ik zit een biertje te drinken op een terrasje wat, bij een plaatselijke markt, op het gras is neergezet. Plotseling neemt er een jongetje voor me plaats, die me onbeweeglijk gaat zitten aanstaren. Zijn grote, donkere ogen knipperen niet en na een tijdje begin ik me een beetje ongemakkelijk te voelen. Hij onderbreekt zijn gestaar als ik vraag of hij iets wil. Ja, hij wil wel een hamburgertje laat hij weten. Nadat ik hem wat muntjes heb gegeven om een hamburger te kopen, zie ik hem niet meer. Wel valt het me op, dat er verschillende broodjes op het marktterrein liggen waarvan de hamburger is afgegeten. Zouden zigeunerjongetjes wel de hamburgers mogen eten maar niet de broodjes?

donderdag 16 januari 2014

De Tjiftjaf, een prima muggenvanger


Door de zachte winter in Noordwest-Europa, zijn er dit jaar beduidend minder overwinterende vogels in de Marjal de Pego-Oliva. Door het vele stilstaande water en de relatief hoge temperaturen zijn er echter veel muggen in de Marjal. En daar maakt de Tjiftjaf dankbaar gebruik van, uit de lucht, tussen het gras en van de sluizen grist hij de muggen. Ze zijn werkelijk van de morgen tot de avond bezig om met grillige vliegbewegingen de muggen te verschalken. 
    

Over de mediterrane vogels is een android-app verschenen van BirdLife International. De app is gratis te downloaden op Google Play

vrijdag 10 januari 2014

Pieter J.Pyliser, Oorlogsvrijwilliger


Dit jaar zal het 100 jaar geleden zijn dat de Eerste Wereldoorlog een aanvang nam. Op weg naar Nederland bezoek ik de militaire begraafplaats in de West-Vlaamse gemeente Houthulst.

Op deze begraafplaats liggen de graven van bijna 2.000 gesneuvelde Belgische militairen uit de Eerste Wereldoorlog. Maar het zijn niet alleen Belgen die hier begraven liggen, ook de oorlogsgraven van andere nationaliteiten - waaronder dat van de Nederlander  Pieter J.Pyliser – kom ik hier tegen.


Thuis in Spanje, tik ik voor de curiositeit zijn naam op Google in. Het blijkt dat hij onder diverse namen bekend stond. Behalve Pieter J. Pyliser kom ik tegen Pieter Pijliser, Pierre Pyliser, Petrus Josephus Pyliser en Pierre Pijliser. Toch blijkt het in alle gevallen om dezelfde persoon te gaan. Ook vind ik wat krantenknipsels uit het Zeeuwse krantenarchief.

Oorlogsvrijwilliger en soldaat der tweede klasse Pieter Pyliser, van de 2de compagnie, 9de linieregiment sneuvelt op 14 oktober 1918 op 23-jarige leeftijd. Over zijn levensloop en militaire carrière is verder niets te vinden. Wel valt het op dat zijn familie pas ruim een maand later, omstreeks 15 november 1918, het treurige bericht van zijn overlijden ontvangt. Dat is 4 dagen na de wapenstilstand, de Eerste Wereldoorlog is ten einde maar de vrede nog niet gesloten. 

In de overlijdensadvertentie staat dat de uitvaartdienst plaats zal hebben in de Sint Jacobuskerk in Vlissingen, wil dit zeggen dat Pieter niet is begraven op de militaire begraafplaats van Houthulst? 


Een beroemde wapenstilstand die het feitelijke einde van een oorlog inluidde, was de wapenstilstand van 11 november 1918 waardoor de gevechten van de Eerste Wereldoorlog ophielden. In diverse landen is dit een officiële feestdag zoals in België (Wapenstilstand) en Frankrijk. De vrede werd pas in 1919 gesloten en daardoor worden 1918 en 1919 beide genoemd als het einde van de Eerste Wereldoorlog. In België herdenkt men op 11 november de soldaten die in de Eerste en Tweede Wereldoorlog sneuvelden. De traditie wordt tot vandaag in ere gehouden.

dinsdag 7 januari 2014

De avond valt


De avond valt bij de Ermita de la Virgen de la Cabeza, gelegen op de uitlopers van de Sierra de Cazorla. Iedere laatste zondag van april vertrekt er vanaf deze kapel een processie omlaag naar de, een kleine 8.000 inwoners tellende, plaats Cazorla. Andersom vertrekt er iedere eerste zondag in juni een processie, vanuit Cazorla omhoog, naar de Ermita. De Sierra de Cazorla maakt deel uit van het Parque Natural Sierras de Cazorla, Segura y las Villas.
Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...